Of je nu voor een eenmanszaak of een vennootschap kiest, bij Partena Professional vind je de ideale oplossing om jouw bedrijf 100% digitaal op te starten met persoonlijke begeleiding door onze experten.
Ik begin als zelfstandig helper, medezaakvoerder of werkend vennoot in een bestaande zaak en wil me inschrijven als zelfstandige.
Ontdek alles wat je moet weten voor een succesvolle start als ondernemer.
Verhoog je slaagkansen met de hulp van onze experts.
Onze experts geven je de antwoorden die je zoekt.
Wijzig je bedrijfsgegevens via ons digitaal ondernemingsloket.
Ontdek onze handige tool voor je sociale zekerheidsdossier.
Bereken wanneer je ten vroegste op pensioen kan gaan en hoeveel pensioen je zal krijgen.
Ontdek hoe je met succes je eerste werknemer kan aanwerven.
De gids boordevol informatie. Ontdek prakische tips en advies om je allereerste werknemer aan te nemen.
Geniet de ondersteuning van ons sociaal secretariaat.
Profiteer van de expertise en kennis van Partena Professional.
Ontdek hoe Partena Professional accountants helpt.
Wanneer je een vennootschap wil opstarten, ben je verplicht een inbreng te doen in de vennootschap. Je inbreng zal dan behoren tot het eigen vermogen van de vennootschap.
Wanneer je iets inbrengt in je vennootschap stel je eigenlijk iets ter beschikking voor een op te richten of een al bestaande vennootschap, met als doel een vennoot te worden en een aandeel te krijgen. De grootte van je aandeel zal evenredig zijn met de grootte van je inbreng. Je kan je aandeel ook groter maken, door opnieuw een inbreng te doen in de vennootschap.
Hoeveel je moet inbrengen in je vennootschap hangt af van de vorm van je vennootschap.
Bij de oprichting van deze vennootschapsvorm wordt er gesproken van een toereikend aanvangsvermogen. De grootte van dit aanvangsvermogen hangt af van wat je nodig zal hebben voor de activiteit van je vennootschap.
Voor de oprichting van je vennootschap moet je een financieel plan overhandigen aan je notaris. In dat financieel plan moet er worden aangetoond dat je aanvangsvermogen toereikend is voor de normale uitoefening van je activiteit gedurende ten minste twee jaar.
Stel dat je vennootschap failliet gaat binnen de drie jaar en het blijkt dat je aanvangsvermogen niet groot genoeg was, dan zal je als oprichter hoofdelijk aansprakelijk gehouden worden voor de verbintenissen van je vennootschap.
Bij de opstart van een vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap is er geen verplichte minimale inbreng. Je kan dus terug vrij kiezen over de hoeveelheid van je inbreng in je vennootschap. Hier is het ook belangrijk dat je inbreng groot genoeg is voor de activiteit van je vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap.
Bij de oprichting van een vzw, ivzw of stichting is er opnieuw geen wettelijk minimum inbreng, maar zal je wel iets moeten inbrengen. Dit kan terug door een inbreng in geld of in natura.
Je inbreng kan gebruikt worden als buffer. Je weet nooit dat je wat tegenslagen hebt in het eerste jaar na je oprichting. Daarom is het belangrijk dat je inbreng groot genoeg is, zodat je niet in de problemen komt.
Daarnaast is eigen inbreng ook belangrijk om externe financiering te kunnen krijgen. De inbreng van eigen middelen zegt namelijk iets over de risico’s die je als ondernemer bereid bent te nemen en over je vertrouwen in het slagen van je vennootschap.
Je kan het ook zo bekijken, als jij als starter geen middelen in je vennootschap wil brengen, waarom zouden derden, zoals de bank dat dan wel doen?