Cao 19/11 - Betere terugbetaling van het openbaar vervoer vanaf juni

Auteur: Laurence Philippe (Legal Expert)
Leestijd: 6min
Publicatiedatum: 22/04/2024 - 11:16
Laatste update: 22/04/2024 - 11:16

Goed nieuws voor sommige pendelaars: de bijdrage in hun abonnement voor het openbaar vervoer stijgt vanaf 1 juni! Maar dan moeten ze wel de juiste tariefformule hanteren, en zoals we zullen zien is dat niet zo eenvoudig. 

Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19/9: een minimumverplichting

De financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers wordt bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) nr. 19/9, gesloten in 2009. Deze cao legt voor de werkgevers de verplichting vast om een bijdrage te betalen wanneer hun werknemers gebruik maken van de trein en/of andere openbare vervoersmiddelen voor hun woon-werkverplaatsingen. Ze is aanvullend, d.w.z. dat ze een na te leven minimumverplichting vastlegt.

De cao nr. 19/9 heeft een rooster met forfaitaire bedragen opgesteld dat de werkgeversbijdrage bepaalt. Dit rooster is van toepassing in functie van de afgelegde afstand.

Deze bedragen stemden in 2019 overeen met 70% van de prijs van de treinkaart. In februari 2024, na de laatste indexering van de treinkaart, bedroeg deze bijdrage nog maar 56% van de prijs van de treinkaart. 

Daarom hebben de sociale partners de cao nr. 19/11 goedgekeurd. 

Cao nr. 19/11 - indexering van bedragen

Cao nr. 19/11, goedgekeurd op 8 april, legt een verhoging van de werkgeversbijdrage vast vanaf 1 juni 2024. Op 1 juni zal deze bijdrage gelijk zijn aan 71,8% van de kosten van de treinkaart. Dat is 15,8% van de kosten van de treinkaart meer die voortaan door de werkgever worden gedragen.

Om ervoor te zorgen dat de toekomstige indexering van de treinkaart de kloof tussen de werkgeversbijdrage en de kosten voor de werknemers niet doet toenemen, zal er tot 2029 een indexeringsmechanisme van kracht zijn.

Voortaan worden bij elke aanpassing van de treinkaart in februari ook de bedragen in cao nr. 19 aangepast. Het indexeringspercentage zal echter beperkt zijn. Het eerste procentpunt van de indexering van de treinkaart wordt volledig doorgerekend in de werkgeversbijdrage; daarna wordt de helft van de indexering doorgerekend en mag het indexeringspercentage van de werkgeversbijdrage niet meer bedragen dan 2,5%.

Samengevat levert dit de volgende tabel op.

Indexering NMBS-treinkaart

Indexering cao 19 

(Werkgeversbijdrage)

0,75%

0,75%

1%

1%

1,50%

1,25%

2%

1,5%

3%

2%

3,5%

2,25%

4%

2,5%

Flex Abonnement

Door de toename van het telewerken gebruiken veel werknemers de trein minder regelmatig voor hun woon-werkverkeer. Een nieuwe tariefformule - het Flex abonnement - werd in juni 2021 door de NMBS ingevoerd.

De werknemer kan kiezen tussen verschillende formules:

  • Ofwel het Flex maandabonnement:
    • 6 dagen per maand
    • 10 dagen per maand
  • Ofwel het Flex jaarabonnement:
    • 80 dagen per jaar; 
    • 120 dagen per jaar.

Dit abonnement moet altijd worden gebruikt voor hetzelfde traject (hetzelfde vertrek- en aankomststation).

De sociale partners hadden nog geen uitspraak gedaan over de werkgeversbijdrage die moet worden toegekend aan werknemers met een Flex abonnement. Vanaf nu bepaalt cao nr. 19/11 de bedragen van de werkgeversbijdrage aan het flex abonnement voor de 4 bestaande formules.

Keuze van het abonnement

In cao nr. 19 werd er niets vermeld over de keuze van de tariefformule (maandelijks, jaarlijks, enz.). De nieuwe cao nr. 19/11 bepaalt nu dat de werknemer "het vervoersbewijs moet kiezen dat het meest aangepast is aan zijn werkregeling en in het bijzonder het aantal woon-werkverplaatsingen die hij dient te doen." 

Hoewel deze bepaling op het eerste gezicht eenvoudig en logisch lijkt, is dat in de praktijk niet zo evident. Als je naar de verschillende formules kijkt, zie je iets verrassends. Als een werknemer bijvoorbeeld 10 dagen per maand naar zijn werk pendelt en 20 ritten maakt, kan hij beter kiezen voor 2 halftijdse kaarten in plaats van het Flex abonnement voor 10 dagen/maand. Wat nog verrassender is, is dat deze formule is ontwikkeld voor werknemers die 2 tot 3 dagen per week naar hun werk pendelen. 

Laten we eens kijken naar de kosten van de treinkaart voor een werknemer die van Ottignies naar Brussel reist (26 km):

  • Als hij 10 dagen per maand naar het werk gaat, betaalt hij 85 € met een halftijds abonnement en 88 € met het Flex abonnement voor 10 dagen/maand. 
  • Zelfs als hij kiest voor de jaarlijkse formule, betaalt hij 680 € voor 80 dagen met het halftijds abonnement en 769 € voor het flex abonnement voor 80 dagen/jaar. 
  • Als hij kiest voor het pakket van 120 ritten per jaar, betaalt hij 1.017 € met het flex abonnement en 1.020 € met het halftijds abonnement. Dus alleen met deze formule is het flex abonnement voordeliger (3 €). Met het halftijds abonnement kan de werknemer zijn gebruik echter nog meer variëren, aangezien halftijdse kaarten 15 dagen geldig zijn en niet noodzakelijk opeenvolgend hoeven te zijn. 

Hoe zit het met het belastingkrediet? 

Het belastingkrediet voor de verhoging van de werkgeversbijdrage in een treinabonnement geldt alleen voor treinabonnementen (en niet voor andere abonnementen voor openbaar vervoer). Dit belastingkrediet is momenteel nog niet definitief goedgekeurd.

Werkgevers die hun bijdrage moeten verhogen als gevolg van cao nr. 19/11 zullen dit belastingkrediet niet kunnen genieten. Om hiervoor in aanmerking te komen, is een minimumbijdrage van 79,3% van de kost van de treinkaart vereist (terwijl cao nr. 19/11 voorziet in een bijdrage die overeenstemt met 71,8% van deze kost). Men zal dus een bijkomende inspanning moeten leveren om hiervoor in aanmerking te komen. We merken nog op dat door een bijdrage van 80% te betalen, de werknemer de derdebetalersregeling kan genieten en 100% van de kosten van zijn abonnement terugbetaald krijgt, vermits de overheid de resterende 20% betaalt. In dat geval kan de werkgever echter geen belastingkrediet genieten. 

De vervoerskosten in mijn sector

Cao nr. 19/11 regelt alleen de werkgeversbijdrage in de kosten van abonnementen voor het openbaar vervoer. In sommige gevallen kan dit echter gevolgen hebben voor de bijdrage in de kosten van privévervoer (wagen). Er zal per sector moeten worden bekeken wat er voorzien is. 

In de sectorale documentatie vind je gedetailleerde informatie over de toe te kennen bedragen per paritair comité. Deze documentatie vermeldt per gebruikt vervoersmiddel de bijdrage in de vervoerskosten, ongeacht of deze gebaseerd is op de cao nr. 19/9, de bedragen van de treinkaart of een sectoreigen barema.

Bron: Cao nr. 19/11 van 8 april 2024 tot wijziging van cao nr. 19/9 van 23 april 2019 betreffende de financiële bijdrage van de werkgever in de prijs voor het vervoer van werknemers.

De website van Partena Professional is een kanaal om informatie in een begrijpelijke vorm ter beschikking te stellen aan aangesloten leden en niet-leden. Partena Professional streeft er naar actuele informatie aan te bieden en deze informatie wordt met de grootste zorg samengesteld (onder andere in de vorm van Infoflashes). Maar aangezien de sociale en fiscale wetgeving voortdurend in beweging is, kan Partena Professional geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden inzake de juistheid, het up-to-date zijn of de volledigheid van de informatie die via deze website werd geraadpleegd of uitgewisseld. Verdere bepalingen kunnen worden nagelezen in onze algemene disclaimer die van toepassing is bij elke raadpleging van deze website. Door deze website te raadplegen, aanvaardt u uitdrukkelijk de bepalingen van deze disclaimer. Partena Professional kan de inhoud van deze disclaimer eenzijdig wijzigen.