Vanaf 1 januari 2017 verhoogt opnieuw de werkgeversbijdrage bij vervroegde uittreding (DECAVA)
Systemen van vervroegde uittreding, met name SWT (werkloosheid met bedrijfstoeslag) en SWAV (aanvullingen bij een sociale uitkering) worden duurder voor nieuwe rechthebbenden vanaf 1 januari 2017. Het gaat om één van de maatregelen rond langer werken, opgenomen in de begroting 2017.
Werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)
SWT samengevat
Oudere werknemers die op het ogenblik van hun ontslag voldoen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT – het vroegere “brugpensioen”), hebben recht op een speciaal statuut in de werkloosheid en een aanvullende vergoeding ten laste van de laatste werkgever.
Op die aanvullende vergoeding is een bijzondere werkgeversbijdrage verschuldigd, uitgedrukt in een percentage van die aanvulling.
Verhoogde werkgeversbijdrage vanaf 1 januari 2017
Voor “nieuwe” SWT die voldoen aan deze voorwaarden
- de opzegging of verbreking werd betekend ten vroegste op 1 november 2016
- EN het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vangt aan ten vroegste op 1 januari 2017
… wordt de bijzondere werkgeversbijdrage vastgesteld zoals samengevat in de tabellen hierna.
Profitsector
leeftijd bij aanvang SWT |
bijzondere werkgeversbijdrage vanaf 01.01.2017 |
|
percentage van het bruto maandbedrag van de aanvullende vergoeding |
minimum |
|
< 52 jaar |
niet meer van toepassing |
- |
≥ 52 - < 55 jaar |
142,50 % |
€ 50,00 |
≥ 55 - < 58 jaar |
75,00 % |
€ 50,00 |
≥ 58 - < 60 jaar |
75,00 % |
€ 50,00 |
≥ 60 - < 62 jaar |
37,50 % |
€ 37,60 |
≥ 62 jaar |
31,25 % |
€ 37,60 |
De werkgeversbijdrage voor de profit wordt tgv. 2016 verhoogd met een coëfficiënt 1,20, behalve voor de leeftijdscategorie vanaf 62 jaar
Verder wordt de indeling in leeftijdsgroepen aangepast aan de nieuwe leeftijdsgrenzen SWT:
- voor de leeftijdsgroep < 52 jaar is geen bijdrage meer voorzien, om de eenvoudige reden dat SWT op deze leeftijd niet meer toegestaan is;
- de leeftijdsgroep tussen 60 en 62 jaar wordt afgezonderd met een hogere bijdrage, nu de wettelijke leeftijd voor SWT is opgetrokken tot 62 jaar (i.p.v. 60 jaar voorheen)
Opgelet!
Voor ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering gelden lagere percentages.
Wegens de bijzonder ingewikkelde context bespreken we die gevallen niet in deze infoflash.
Non-profitsector
leeftijd op laatste dag van de maand |
bijzondere werkgeversbijdrage vanaf 01.01.2017 |
|
percentage van het bruto maandbedrag van de aanvullende vergoeding |
minimum |
|
< 52 jaar |
niet meer van toepassing |
0 |
≥ 52 - < 55 jaar |
48,11 % |
0 |
≥ 55 - < 58 jaar |
43,04 % |
0 |
≥ 58 - < 60 jaar |
27,86 % |
0 |
≥ 60 - < 62 jaar |
12,38 % |
0 |
≥ 62 jaar |
10,00 % |
0 |
De werkgeversbijdrage voor de non-profit wordt tgv. 2016 verhoogd met een coëfficiënt 2,25
Voor de leeftijdsgroep boven 60 jaar is er voortaan een bijdrage (was voorheen vrijgesteld)
Verder is ook hier de indeling in leeftijdsgroepen aangepast aan de nieuwe leeftijdsgrenzen SWT:
- voor de leeftijdsgroep < 52 jaar is geen bijdrage meer voorzien, om de eenvoudige reden dat SWT op deze leeftijd niet meer toegestaan is;
- de leeftijdsgroep tussen 60 en 62 jaar wordt afgezonderd met een hogere bijdrage, nu de wettelijke leeftijd voor SWT is opgetrokken tot 62 jaar (i.p.v. 60 jaar voorheen)
Aanvullende vergoedingen bij sommige sociale uitkeringen (SWAV)
SWAV samengevat
Hier gaat het om oudere werknemers die een uitkering werkloosheid of tijdskrediet/loopbaanonderbreking ontvangen én een aanvulling ten laste van de (laatste) werkgever, zonder te voldoen aan de leeftijds- en/of loopbaanvoorwaarden van het SWT. In de praktijk groepeert het SWAV alle systemen voorheen benoemd als “pseudo-brugpensioen” of “canada-dry”. Ook op deze aanvullende vergoedingen is een bijzondere werkgeversbijdrage verschuldigd, uitgedrukt in een percentage van de aanvulling.
1. Aanvullende vergoeding bij werkloosheid
Verhoogde werkgeversbijdrage vanaf 1 januari 2017
Voor “nieuwe” aanvullingen bij werkloosheid (SWAV) die voldoen aan deze voorwaarden
- de opzegging of verbreking werd betekend ten vroegste op 1 november 2016
- EN de werkloosheid vangt aan ten vroegste op 1 januari 2017
… wordt de bijzondere werkgeversbijdrage vastgesteld zoals samengevat in de tabellen hierna.
Profitsector
leeftijd bij aanvang SWAV |
bijzondere werkgeversbijdrage vanaf 01.01.2017 = percentage van het bruto maandbedrag van de aanvullende vergoeding |
< 52 jaar |
150,00 % |
≥ 52 - < 55 jaar |
142,50 % |
≥ 55 - < 58 jaar |
75,00 % |
≥ 58 - < 60 jaar |
75,00 % |
≥ 60 - < 62 jaar |
58,24 % |
≥ 62 jaar |
48,53 % |
De werkgeversbijdrage voor de profit wordt tgv. 2016 verhoogd met een coëfficiënt 1,20, behalve voor de leeftijdscategorie vanaf 62 jaar.
De leeftijdsgroep tussen 60 en 62 jaar wordt afgezonderd met een hogere bijdrage, naar analogie met SWT.
Non-profitsector
leeftijd op laatste dag van de maand |
bijzondere werkgeversbijdrage vanaf 01.01.2017 = percentage van het bruto maandbedrag van de aanvullende vergoeding |
< 52 jaar |
50,63 % |
≥ 52 - < 55 jaar |
48,11 % |
≥ 55 - < 58 jaar |
43,04 % |
≥ 58 - < 60 jaar |
27,86 % |
≥ 60 - < 62 jaar |
12,38 % |
≥ 62 jaar |
10,00 % |
De werkgeversbijdrage voor de non-profit wordt tgv. 2016 verhoogd met een coëfficiënt 2,25.
Voor de leeftijdsgroep boven 60 jaar is er voortaan een bijdrage (was voorheen vrijgesteld).
De leeftijdsgroep tussen 60 en 62 jaar wordt afgezonderd met een hogere bijdrage, naar analogie met SWT.
2. Aanvullende vergoeding bij tijdskrediet
Werkgeversbijdrage wijzigt niet
Hier is er geen verhoging vanaf 1 januari 2017 – de bijdrage blijft op het niveau van 2016.
Alle sectoren (profit en non-profit)
bijzondere werkgeversbijdrage vanaf 01.01.2017 = percentage van het bruto maandbedrag van de aanvullende vergoeding |
|
ingang ≥ 1 januari 2017 |
48,53 % |
Bron: RSZ – informatie onder voorbehoud van validatie in (ontwerp)teksten reglementering
Auteur: Els Poelman
06/12/2016