Of je nu voor een eenmanszaak of een vennootschap kiest, bij Partena Professional vind je de ideale oplossing om jouw bedrijf 100% digitaal op te starten met persoonlijke begeleiding door onze experten.
Ik begin als zelfstandig helper, medezaakvoerder of werkend vennoot in een bestaande zaak en wil me inschrijven als zelfstandige.
Ontdek alles wat je moet weten voor een succesvolle start als ondernemer.
Verhoog je slaagkansen met de hulp van onze experts.
Onze experts geven je de antwoorden die je zoekt.
Wijzig je bedrijfsgegevens via ons digitaal ondernemingsloket.
Ontdek onze handige tool voor je sociale zekerheidsdossier.
Bereken wanneer je ten vroegste op pensioen kan gaan en hoeveel pensioen je zal krijgen.
Ontdek hoe je met succes je eerste werknemer kan aanwerven.
De gids boordevol informatie. Ontdek prakische tips en advies om je allereerste werknemer aan te nemen.
Geniet de ondersteuning van ons sociaal secretariaat.
Profiteer van de expertise en kennis van Partena Professional.
Ontdek hoe Partena Professional accountants helpt.
Een werknemer die tijdskrediet of thematisch verlof neemt, schorst zijn prestaties volledig of gedeeltelijk. Tijdens de periode dat de werknemer dit tijdskrediet of thematisch verlof neemt, kan hij in principe onderbrekingsuitkeringen genieten ten laste van de RVA. Een werknemer die zijn prestaties verminderd heeft, wordt een deeltijdse werknemer die bijkomende uren of zelfs overuren kan presteren.
Maar kan dat zomaar zonder dat zijn tijdskrediet of thematisch verlof in het gedrang komt?
Bijkomende uren zijn de uren gepresteerd boven de overeengekomen arbeidsduur van de deeltijdse werknemers, zonder evenwel de normale arbeidsduur vastgesteld door de wet of door de collectieve arbeidsovereenkomst te overschrijden. Overuren zijn de uren gepresteerd boven 9 uur per dag of 40 uur per week, of de lagere grenzen vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst (al dan niet bindend verklaard door een Koninklijk Besluit).
Sinds 1 februari 2017 moet een onderscheid worden gemaakt tussen de ‘klassieke’ bijkomende uren die gerechtvaardigd worden door een buitengewone toename van het werk of door een onvoorziene noodzakelijkheid en de ‘vrijwillige en onderhandelde’ overuren bedoeld door het nieuwe artikel 25 bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971.
Wettelijk gezien belet er niets een werknemer met tijdskrediet (of thematisch verlof) die zijn prestaties verminderd heeft tot een halftijdse baan of met 1/5e om bijkomende uren of overuren te verrichten.
In lijn met de filosofie van het systeem (privé- en beroepsleven op elkaar afstemmen door de arbeidstijd te verminderen en daarbij ter compensatie een sociale uitkering ontvangen) en rekening houdend met de regelgeving inzake deeltijdse arbeid, moeten verschillende principes worden nageleefd.
Een overzicht hiervan zoals omschreven in de technische instructies van de RVA:
Een deeltijdse werknemer die bijkomende uren heeft verricht, heeft, in principe, geen recht op inhaalrust. Als die werknemer echter tijdskrediet of ouderschapsverlof heeft genomen, dan moet hij onbetaalde inhaalrust opnemen. Tijdens de periode van tijdskrediet of thematisch verlof mag hij namelijk niet meer verdienen dan 50 of 80% van zijn voltijds loon.
‘Klassieke’ overuren geven recht op betaalde inhaalrust.
In ieder geval moeten bijkomende uren en ‘klassieke’ overuren gerecupereerd worden tijdens de periode van vermindering van de prestaties in het kader van tijdskrediet of thematisch verlof. De tewerkstellingsbreuk (50 of 80% van het voltijdse werkrooster) moet daarbij worden nageleefd.
Het is van essentieel belang dat ‘te veel gepresteerde’ uren worden gerecupereerd.
Daarom kan een werknemer met tijdskrediet of thematisch verlof geen ‘vrijwillige en onderhandelde’ overuren verrichten waarin voorzien wordt door artikel 25 bis van de wet van 16 maart 1971. Die uren (in principe 100 uren per kalenderjaar) worden niet gerecupereerd (typisch hiervoor), maar ze geven recht op de uitbetaling van het wettelijke overloon.
Overloon
Bepaalde bijkomende uren of ‘klassieke’ overuren geven recht op de betaling van overloon (voorzien door artikel 29 van de Arbeidswet van 16 maart 1971, 50 of 100% van het normale loon). Daardoor zou de werknemer eventueel een loon kunnen ontvangen dat hoger ligt dan zijn gemiddelde maandloon. Dat overloon kan gecumuleerd worden met onderbrekingsuitkeringen. De RVA beschouwt deze bijkomende bezoldiging niet als een inkomen uit een bijkomende activiteit als loontrekkende.
Bron: Arbeidswet van 16 maart 1971, wettelijke bepalingen met betrekking tot tijdskrediet en thematische verloven, technische instructies van de RVA.
Auteur: Brigitte Dendooven
08/08/2017
De website van Partena Professional is een kanaal om informatie in een begrijpelijke vorm ter beschikking te stellen aan aangesloten leden en niet-leden. Partena Professional streeft er naar actuele informatie aan te bieden en deze informatie wordt met de grootste zorg samengesteld (onder andere in de vorm van Infoflashes). Maar aangezien de sociale en fiscale wetgeving voortdurend in beweging is, kan Partena Professional geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden inzake de juistheid, het up-to-date zijn of de volledigheid van de informatie die via deze website werd geraadpleegd of uitgewisseld. Verdere bepalingen kunnen worden nagelezen in onze algemene disclaimer die van toepassing is bij elke raadpleging van deze website. Door deze website te raadplegen, aanvaardt u uitdrukkelijk de bepalingen van deze disclaimer. Partena Professional kan de inhoud van deze disclaimer eenzijdig wijzigen.