Gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid: de “bisvariant”

Auteur: Isabelle Caluwaerts (Legal Expert)
Leestijd: 6min
Publicatiedatum: 07/05/2024 - 13:18
Laatste update: 07/05/2024 - 13:18

Opdat de werkgever in aanmerking zou komen voor de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid, moeten de ploegen hetzelfde werk verrichten, zowel wat de inhoud als de omvang betreft. Gezien de moeilijkheden die gepaard gaan met de strikte interpretatie van het begrip “omvang van het werk”, heeft de Regering voorzien in een flexibelere alternatieve tijdelijke maatregel: de bisvariant.

Context

Het Rekenhof had er al op gewezen dat het ontbreken van een duidelijke definitie van het begrip ploegenarbeid en van de voorwaarde met betrekking tot “de inhoud en de omvang van de activiteit” tijdens controles tot talrijke discussies zou leiden over de toepassing van deze gunstige belastingregeling voor ploegenarbeid. 

De wet specificeert immers niet welke criteria moeten worden gevolgd om de “omvang” van het werk te beoordelen en te bepalen of de omvang van de ploegenarbeid dezelfde is of niet. 

In principe moet de omvang van de ploegenarbeid worden gemeten op basis van de productie van de ploegenarbeid. Hoewel de productie van de arbeid moeilijk te meten of te controleren valt, kan de administratie in de meeste gevallen de omvang vaststellen op basis van de samenstelling en grootte van de opeenvolgende ploegen.

Het begrip “gelijke omvang van het werk” wordt dus voornamelijk geïnterpreteerd op basis van de jurisprudentie, circulaires, parlementaire documenten en eventueel standpunten van de FOD Financiën. In de praktijk geeft deze voorwaarde soms aanleiding tot interpretatieproblemen.

In een recent arrest oordeelde het Grondwettelijk Hof bovendien dat de wetgeving op dit gebied niet discriminerend was voor ondernemingen waar de omvang van de arbeid tussen ploegen vergelijkbaar, maar niet identiek is. 

In deze context heeft de Regering gewerkt aan een alternatieve, tijdelijke (en retroactieve) vorm van de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid: de “bisvariant”.

Deze bisvariant bestaat naast de gewone gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid. Als werkgever heb je dus de keuze tussen de twee vormen van toepassing van de vrijstelling: de klassieke versie of de bisvariant.

Voorwaarden

De bisvariant van de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid kan worden toegepast door ondernemingen die ploegenarbeid verrichten die aan de volgende voorwaarden voldoet: 

  • Het werk wordt verricht in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers;
  • De ploegen verrichten hetzelfde werk qua inhoud;
  • De ploegen volgen elkaar op in de loop van de dag zonder onderbreking. Een onderbreking tussen de opeenvolgende ploegen van maximaal 15 minuten wordt in deze context niet meegerekend;
  • Tussen de opeenvolgende ploegen is er geen overlapping van meer dan één vierde van hun dagtaak;
  • De werknemers die ploegenarbeid verrichten ontvangen een ploegenpremie. De ploegenpremie bedraagt minimaal 2% van het bruto-uurloon en moet vanaf 1 april 2024 worden opgenomen in een cao, het arbeidsreglement of de arbeidsovereenkomst;
  • Tijdens de maand in kwestie hebben de werknemers minstens één derde van hun arbeidstijd in ploegen gewerkt;
  • De werknemers zijn ofwel werknemers van categorie 1 zoals bedoeld in artikel 330 van de programmawet (I) van 24 december 2002, ofwel statutaire werknemers van de autonome overheidsbedrijven Proximus en bpost, ofwel werknemers van de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail.

In de bisvariant is de voorwaarde dat de ploegen hetzelfde werk verrichten in omvang niet van toepassing. 
De vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid kan dus ook worden toegepast voor ploegen waarvan het werk qua omvang niet identiek is. Het bedrag van de vrijstelling wordt echter verlaagd in verhouding tot het verschil in omvang van het werk tussen de opeenvolgende ploegen. 

De ondernemingen met een volcontinu arbeidssysteem kunnen de bisvariant ook genieten mits zij voldoen aan de specifieke voorwaarden voor vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor volcontinu werk. 

Bedrag van de vrijstelling

In de bisvariant hangt het bedrag van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid af van het verschil in arbeidsomvang tussen de opeenvolgende ploegen.

Het bedrag van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid (de bisvariant) wordt bepaald op basis van de volgende stappen:

STAP 1: berekening van het bedrag van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid op de klassieke manier (in geval van gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid: 22,8% van de belastbare bezoldigingen; in geval van gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor volcontinu werk: 25% van de belastbare bezoldigingen).

STAP 2: voor elke werkdag waarop tijdens de maand ploegenarbeid wordt verricht, wordt, enerzijds het verschil in arbeidsomvang tussen de opeenvolgende ploegen en de ploeg met de kleinste arbeidsomvang berekend, en anderzijds de totale arbeidsomvang van de opeenvolgende ploegen.

STAP 3: berekening van het verschil in arbeidsomvang van de maand, uitgedrukt als percentage. In dit verband moet de som van het verschil in arbeidsomvang van de opeenvolgende ploegen, vastgesteld voor elke werkdag van die maand, worden gedeeld door de som van de totale arbeidsomvang van de opeenvolgende ploegen, vastgesteld voor elke werkdag van die maand.

STAP 4: vermindering van het in stap 1 verkregen bedrag met het in stap 3 verkregen percentage.  Het resultaat is het bedrag van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing dat kan worden toegepast.

Voorbeeld:

In een onderneming werken werknemers in opeenvolgende ploegen.

Op dag 1 is de arbeidsomvang van de opeenvolgende ploegen 60, 40 en 40.

Op dag 2 is de arbeidsomvang van de opeenvolgende ploegen 20, 10 en 30.

Stap 2:

Op dag 1 is het verschil 20/140, ofwel 14,29%.

Op dag 2 is het verschil 30/60, ofwel 50%.

Stap 3:

Het verschil is dus 25% (d.w.z. (20 + 30)/(140 + 60)). 

Stap 4:

Het bedrag van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing dat in de eerste fase werd verkregen, moet met 25% worden verminderd.

Inwerkingtreding

De bisvariant van de gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid kan worden toegepast op de bezoldigingen die worden betaald of toegekend van 1 januari 2021 tot 31 december 2026.

Impact op jouw onderneming?

Er kunnen zich verschillende situaties voordoen en het is aan jou om te beslissen of je de klassieke vrijstelling of de bisvariant toepast. 

Onze Legal Consultants kunnen u helpen bij het maken van de juiste keuze, alsook begeleiden bij het implementeren van deze gedeeltelijke vrijstelling. U kan hen contacteren via legal@partena.be.

Bron: Wetsontwerp van 22 maart 2024 houdende diverse fiscale bepalingen (DOC 55 3865/006) 

De website van Partena Professional is een kanaal om informatie in een begrijpelijke vorm ter beschikking te stellen aan aangesloten leden en niet-leden. Partena Professional streeft er naar actuele informatie aan te bieden en deze informatie wordt met de grootste zorg samengesteld (onder andere in de vorm van Infoflashes). Maar aangezien de sociale en fiscale wetgeving voortdurend in beweging is, kan Partena Professional geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden inzake de juistheid, het up-to-date zijn of de volledigheid van de informatie die via deze website werd geraadpleegd of uitgewisseld. Verdere bepalingen kunnen worden nagelezen in onze algemene disclaimer die van toepassing is bij elke raadpleging van deze website. Door deze website te raadplegen, aanvaardt u uitdrukkelijk de bepalingen van deze disclaimer. Partena Professional kan de inhoud van deze disclaimer eenzijdig wijzigen.