Een belangrijke voorwaarde is, zo blijkt uit haar doctoraatsonderzoek, dat de medewerker graag thuis werkt. ‘Als dat zo is, zal de medewerker een beter werk-privébalans ervaren. En we weten dat dit een positief effect heeft op de werkprestaties. Dus ja, als een medewerker met een voorkeur voor thuiswerk effectief thuiswerkt, is dat positief voor de prestaties’, zegt Joni Delanoeije.
Scheve blikken
Behalve… als die medewerker druk ervaart. Uit onderzoek blijkt dat druk ervaren een negatief effect heeft op het welzijn, de werk-privébalans en de werkprestaties.
Die druk kan vanuit de werkomgeving komen, bijvoorbeeld scheve blikken wanneer iemand een dag thuis werkt, maar óók van het thuisfront, bijvoorbeeld wanneer de partner het maar niets vindt dat je in de woonkamer aan het werk bent.
Of andersom: een partner die je onder druk zet door te zeggen dat het handig is dat je zou thuiswerken. Want dan kan je de kinderen van school halen en naar de winkel gaan. ‘Het is belangrijk dat werkgevers alert zijn voor deze factoren als ze een thuiswerkbeleid uitwerken, ook al kunnen ze daar soms weinig aan veranderen’, zegt Joni Delanoeije.
Werkmail voor de buis
En dan zijn er nog de 'werk-privé roltransities'. Dat is academische taal voor het switchen tussen werk- en privézaken. Je doet een privételefoontje van op het werk, steekt tijdens een thuiswerkdag de was in, checkt je werkmail 's avonds voor de buis.
‘Daarvan is aangetoond dat het een positief effect heeft op het welzijn van de medewerker en op de werk-privébalans. Er is geen aantoonbaar negatief effect op werkprestaties.’
Controle
Meer nog, Joni Delanoeije vond dat wie tijdens de werkuren een privézaak mag en kan regelen, sneller geneigd is om ook 's avonds een professionele taak af te werken. Niet omdat het moet, maar omdat hij het zelf wil.
Ze waarschuwt ervoor om thuiswerkers te controleren, bijvoorbeeld door computermonitoring. ‘Daarmee verdwijnt het positieve effect dat gepaard gaat met werk-privé roltransities.’
‘Controleren is een 'willen maar niet kunnen'-beleid. Maar het uit handen geven van de controle blijft een heikel punt voor leidinggevenden’, zegt Joni Delanoeije.