Decroo 1 moet het infuus afkoppelen – en wat daarna?

Auteur: Partena Professional (HR Service Provider)
Leestijd: 5min
Publicatiedatum: 14/10/2020 - 15:52
Laatste update: 31/08/2023 - 16:38

Zeer vroeg beseften politici dat de impact van COVID-19 en de lockdown een drastisch effect zou hebben op onze economie .

Zowel op Vlaams als op Federaal niveau ging men aan de slag met een pakket maatregelen om onze bedrijven te beschermen tegen de economische dreun die hen te wachten stond. We mogen gerust zeggen dat de overheid de bazooka bovenhaalde: in het tweede kwartaal van 2020 zat bijna 1 op 3 werknemers op tijdelijke werkloosheid, bleek uit onze analyse.

Wil je op de hoogte blijven van het meest recente nieuws in verband met het coronavirus?

Ontdek nu ons dossier

Meer info?

Vandaag zien we een ander scenario. Veel sectoren ervaren een fors economisch herstel. Sommige sectoren zitten weer bijna op het niveau van voor COVID-19. Elders zagen we zelfs een stijging van het aantal gewerkte uren tegenover juni 2019, ondermeer in de uitzendarbeid (+8%) en de bouw (+4%), al kan dat een tijdelijke inhaalbeweging zijn.

In elk geval bracht augustus een drastische terugval in het aantal uren dat werknemers op tijdelijke werkloosheid: van 27% van de Belgische werknemers naar 4,6%. We mogen dus hopen op de gedroomde “v-shaped recovery”, al zal die niet voor iedereen zijn. Daar zit meteen een lastige vraag voor Decroo 1.

De bazooka mag in de kast

We zitten stilaan in een economie met twee snelheden. Dat vraagt dat we het geweer van schouder veranderen. De bazooka mag in de kast, het is tijd om het scalpel boven te halen.

Vandaag maakt de overheid nog geen (echt) onderscheid tussen zwaar getroffen sectoren en minder zwaar getroffen sectoren. Tijdelijke werkloosheid blijft mogelijk, al is de procedure voor de minder getroffen sectoren weer wat omslachtiger geworden. Dat zal al helpen, maar het is niet voldoende.

Voor sommige sectoren stappen we misschien best helemaal uit het traject van tijdelijke werkloosheid. Voor sectoren zoals toerisme, de evenementensector en de horeca is tijdelijke werkloosheid onvoldoende en moeten we nadenken over extra structurele maatregelen.

De nieuwe regering moet dus harde noten kraken, en met name een antwoord geven op deze vragen:

Hoe lang willen we de meest geraakte sectoren nog ondersteunen met tijdelijke werkloosheid? Dit is dezelfde vraag als het beëindigen van de lockdown, maar dan op economisch vlak: hoeveel slachtoffers (faillissementen en verloren jobs) willen we accepteren om weer naar een min of meer normale toestand te gaan?

Het systeem van tijdelijke werkloosheid werd ingericht als overbrugging – maar overbrugging naar wat? Welke drempels stellen we in om te oordelen dat een sector nu wel voortkan? Wat als het nog 2 jaar duurt voor we een vaccin hebben en echt weer helemaal “normaal” kunnen leven?

Hoe bepalen we welke bedrijven moeten ondersteund worden en wat is dan de meest geschikte ondersteuning?

Kortom, het debat rond hoe we onze economie en ons arbeidsbeleid gaan herorganiseren moet dringend opgestart worden.

We mogen niet vergeten dat de 4,6% tijdelijke werkloosheid maandelijks nog steeds gemiddeld 182 milljoen euro kost. Dat weegt enorm op het overheidsbudget. Dit zijn geen druppels op een hete plaat maar stuk voor stuk relevante euro’s die kunnen ingezet worden voor het herstelbeleid. We moeten ons dus afvragen waar die euro’s het beste renderen.

“Collateral damage” is zelfs in oorlogstijd onaanvaardbaar

Wat september ook mag geven, één ding is duidelijk. Grote delen van onze economie hebben het infuus niet echt meer nodig. We moeten naar een tijdperk waar tijdelijke werkloosheid een redmiddel is voor bedrijven in hoge nood. Waar we voor de lockdown snel waren met het uitrollen van crisismaatregelen, moeten we net zo snel aan een herstelpan op maat werken om verdere schade te beperken.

Samen met het relanceplan van de EU is er een nooit gezien momentum om drastisch ons arbeidsbeleid te herzien. Zo moeten we binnen de bedrijven nadenken over meer agile werken, employability en learnability. Met de shift naar flexibel werken moeten we ook een beweging inzetten naar opties tot meer flexibel verlonen. De volgende regering kan op haar beurt het infuus beter dichtdraaien en een alternatieve aanpak uitwerken als ze haar herstelbeleid wil maximaliseren.

Gerelateerde artikels