Verenigingswerk: de nieuwe wetgeving wordt ingevoerd

Auteur: Anne Ghysels - Isabelle Caluwaerts- Catherine Mairy (Legal Experts)
Leestijd: 12min
Publicatiedatum: 27/04/2022 - 13:00
Laatste update: 28/04/2022 - 11:18

De wettelijke bepalingen die het verenigingswerk regelden, waren van kracht tot en met 31 december 2021. Sinds 1 januari 2022 valt het verenigingswerk onder een nieuwe wetgeving die nu van kracht is.

In deze infoflash bespreken we de sociale, fiscale en arbeidsrechtelijke aspecten.

Sociale aspecten

De op het niveau van de sociale zekerheid genomen beslissing heeft tot doel de verenigingswerkers op te nemen in het sociaal stelsel dat geregeld wordt door artikel 17 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders.

Tot 31 december 2021 waren werknemers die binnen het toepassingsgebied van dit artikel 17 vallen (socio-culturele sector) niet onderworpen aan de RSZ indien zij niet meer dan 25 dagen per jaar werkten.

Vanaf 1 januari 2022 is het toepassingsgebied van dit artikel 17 uitgebreid teneinde de verenigingswerkers erin op te nemen. De voorwaarden waaraan moet worden voldaan om niet aan de RSZ te worden onderworpen, zijn eveneens gewijzigd.

Toepassingsgebied van artikel 17

De onder het nieuwe artikel 17 vallende werkgevers en activiteiten zijn:

  • Het Rijk, de Gemeenschappen, de Gewesten en de provinciale en plaatselijke besturen voor de personen tewerkgesteld in een betrekking die arbeidsprestaties met zich meebrengt, verricht (art. 17, § 1, lid 1, 1° van het koninklijk besluit van 28.11.1969):
    • als verantwoordelijk leider, beheerder, huismeester, monitor of adjunct-monitor in de cyclussen voor vakantiesport tijdens de schoolvakanties, de vrije dagen of daggedeelten in het onderwijs;
    • als animator van socio-culturele en sportactiviteiten tijdens de vrije dag(gedeelt)en in het onderwijs;
    • bij wijze van inleiding, aanschouwelijke voordracht of lezing, die plaats hebben na 16u30 of tijdens de vrije dag(gedeelt)en in het onderwijs.
  • De VRT, de RTBF en de BRF alsmede de personen die, in hun organiek personeelskader opgenomen, daarenboven in hoedanigheid van artiest tewerkgesteld worden;
  • het Rijk, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provinciale en plaatselijke besturen, evenals de werkgevers georganiseerd als vereniging zonder winstoogmerk of vennootschap met een sociaal oogmerk waarvan de statuten bepalen dat de vennoten geen vermogensvoordeel nastreven, die vakantiekolonies, speelpleinen en sportkampen inrichten en de personen die zij als beheerder, huismeester, monitor of bewaker, alléén tijdens de schoolvakanties tewerkstellen (art. 17, § 1, lid 1, 3° van het koninklijk besluit van 28.11.1969);
  • de door de bevoegde overheden erkende organisaties of organisaties die aangesloten zijn bij een erkende koepelorganisatie en die tot taak hebben socio-culturele vorming en/of sportinitiatie en/of sportactiviteiten te verstrekken, en de personen die buiten hun werk- of schooluren of tijdens de schoolvakanties door deze organisaties worden tewerkgesteld als animator, leider, monitor, coördinator, sporttrainer, sportlesgever, sportcoach, jeugdsportcoördinator, terreinverzorgers-materiaalmeester, lesgever, coach, procesbegeleider (art. 17, § 1, lid 1, 4° van het koninklijk besluit van 28.11.1969);
  • de organisaties van de door de bevoegde overheden erkende amateurkunstensector of organisaties die aangesloten zijn bij een erkende koepelorganisatie, die personen tewerkstellen als artistieke of (kunst)technische begeleiders en lesgevers, coaches en procesbegeleiders en waarvan de prestaties geen artistieke prestaties zijn die al worden gedekt of in aanmerking komen voor de forfaitaire onkostenvergoeding (art. 17, § 1, lid 1, 4° van het koninklijk besluit van 28.11.1969);
  • de inrichtende machten van scholen, gesubsidieerd door een Gemeenschap, en de personen die zij tewerkstellen als animator van socio-culturele en sportactiviteiten tijdens de vrije dagen of daggedeelten in het onderwijs (art. 17, § 1, lid 1, 5° van het koninklijk besluit van 28.11.1969);
  • de inrichters van sportmanifestaties en de personen die zij uitsluitend op de dag van deze manifestaties tewerkstellen, uitgezonderd sportbeoefenaars (art. 17, § 1, lid 1, 6° van het koninklijk besluit van 28.11.1969);
  • de organisatoren van socioculturele manifestaties en de personen die ze tewerkstellen voor maximaal 32 uren, te spreiden volgens de behoeften op de dag van het evenement en 3 dagen voor of na het evenement, met uitsluiting van artistieke prestaties die al worden gedekt of in aanmerking komen voor de forfaitaire onkostenvergoeding (art. 17, § 1, lid 1, 7° van het koninklijk besluit van 28.11.1969). 

Prestaties mogen niet worden verricht in het kader van artikel 17:

  • indien gedurende de periode van een jaar voorafgaand aan het begin van de prestaties de werkgever en de betrokken werknemer door een arbeidsovereenkomst, een statutaire aanstelling of een aannemingsovereenkomst waren verbonden;
  • indien een werknemer reeds als uitzendkracht bij de werkgever tewerkgesteld werd. Deze twee verbodsbepalingen zijn niet van toepassing:
  • indien er in dezelfde periode een studentenovereenkomst was die de werknemer en de werkgever bond of indien de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen als gevolg van een pensionering;
  • op personen die activiteiten uitoefenen in het kader van verenigingswerk zoals :
    • artistieke of kunsttechnische begeleider in de amateurkunstensector, de artistieke en de cultuur-educatieve sector;
    • verstrekker van opleidingen, lezingen, presentaties en voorstellingen over culturele, artistieke en maatschappelijke thema's in de socioculturele, sport-, cultuur-, kunst-educatieve en kunstsector

die tussen 1 januari 2021 en 31 december 2021 een ondernemingsovereenkomst hebben gesloten. De opheffing van het verbod geldt tot 31.12.2022.

  • op de personen tewerkgesteld door de VRT, RTBF, BRF.

 Na te leven voorwaarden

Opdat de werknemer in het kader van dit artikel 17 niet aan de RSZ wordt onderworpen, moeten de kwartaal- en jaarcontingenten in acht worden genomen. Deze contingenten verschillen naar gelang van het soort activiteit dat in het kader van het verenigingswerk wordt verricht.

Contingenten

Type uitgeoefende activiteit

Jaarcontingent

Kwartaalcontingent

 

 

1e, 2e en 4e kwartaal

3e kwartaal

Alle activiteiten uitgeoefend in het kader van artikel 17

( = socio-cultureel + huidige artikel 17 uitgezonderd VRT-RTBF- BRF)

300u

100u

190u

Activiteiten in de sportsector

450u

150u

285u

VRT- RTBF- BRF

25 dagen/jaar

/

/

Indien een werknemer prestaties verricht in verschillende activiteitensectoren die onder artikel 17 vallen, zijn de regels inzake de cumulatie van contingenten van toepassing.

Contingent activiteiten sportsector

 450u

+

Contingent van alle andere activiteiten uitgeoefend in het kader van artikel 17

300u

= 450u

 

Uitzondering: studenten

 

 

 

 

= 190u

Wij merken dus op dat de twee contingenten niet gecumuleerd kunnen worden: het is niet mogelijk om tegelijkertijd meer dan 450 uur in de sportsector en in de andere sectoren te werken.

Opmerking m.b.t. de studenten 

Studenten kunnen hun twee contingenten cumuleren:

  • 190 uur/jaar voor activiteiten in het kader van artikel 17 (ongeacht het soort activiteit)
  • En 475 uur/jaar als student.

De kwartaalplafonds blijven van toepassing.

Zodra er voor de student één gepresteerd uur werd aangegeven onder Dimona STU, geldt voor hem het contingent van 190 uur (en niet dat van 450 uur).

Als de student het contingent van 190 uur/jaar overschrijdt, worden de uren aangerekend op zijn studentencontingent (475 uur).

Dus als een student al meer dan 190 uur gepresteerd heeft onder artikel 17 voordat hij als student wordt aangegeven, is zijn uurcontingent 665 uur (190 uur onder artikel 17 + 475 uur als student)

De student kan zijn contingent “artikel 17” niet alleen op de A17@work-app raadplegen, maar ook rechtstreeks op de Student@work-app.

Gevolgen van de overschrijding van het contingent

Als de contingenten worden overschreden, wordt het volledige contingent van uren geherkwalificeerd als klassieke arbeidsprestaties waarop socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn. De RSZ zal de overschrijding signaleren met een blokkerende anomalie.

RSZ-bijdragen

De prestaties als verenigingswerker met naleving van de contingenten zijn vrijgesteld van RSZ-bijdragen. Er hoeft geen DMFA bij de RSZ te gebeuren voor de werknemer

Administratieve formaliteiten

Als werkgever bent u verplicht zich te identificeren bij de RSZ en een Dimona voor die werknemer te doen. U kunt ook de status van de contingenten raadplegen in de applicatie A17@work.

Zowel de specifieke Dimona’s "artikel 17" als de applicatie zijn vanaf 7 april 2022 operationeel.

Identificatie bij de RSZ

Hoewel u voor de werknemer geen DMFA-aangifte bij de RSZ hoeft te doen, moet u zich als werkgever wel bij de RSZ identificeren. Er bestaat immers een arbeidsovereenkomst tussen u en de werknemer.

Daartoe is de "WIDE"-applicatie aangepast, zodat u zich kunt identificeren. U krijgt een definitief kenteken toegewezen, ook als u geen personeel hebt dat onderworpen is aan de RSZ.

Dimona’s

Drie nieuwe types van werknemers worden door de RSZ in Dimona gecreëerd:

  • Dimona O17: voor de socio-culturele en andere sectoren;
  • Dimona S17:  voor de sportsector;
  • Dimona T17: voor de activiteiten "artikel 17” bij de VRT, RTBF en BRF.

Deze Dimona's moeten in het begin van elk kwartaal en ten vroegste 15 dagen voor het begin van elk kwartaal worden gedaan.

Voor Dimona's die vanaf 1 januari 2022, toen de nieuwe wetgeving in werking trad, hadden moeten worden verricht, maar niet konden worden gedaan omdat deze Dimona's pas sinds 7 april 2022 bestaan, moet een regularisatie met terugwerkende kracht plaatsvinden.

Wij vragen u de Dimona’s onverwijld te uit te voeren, zodat de contingenten gecorrigeerd worden en in orde zijn.

Applicatie A17@work

Via deze applicatie kan de werknemer :

  • de uren “A17” die per contingent zijn aangegeven, raadplegen;
  • het contingent “A17” per kwartaal en voor het jaar raadplegen;

Er zal een opmerking “STU” gemaakt worden indien de werknemer als student heeft gewerkt en zijn maximale jaarcontingent is gewijzigd (190 jaarlijkse uren in plaats van 300/450 jaarlijkse uren)

Deze applicatie kan worden geraadpleegd op www.travailassociatif.be/nl.

Fiscale aspecten

De inkomsten uit verenigingswerk, die op grond van artikel 17 zijn vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen (zie "Sociale aspecten" hierboven), zijn onderworpen aan een belasting van 10% (20% verminderd met een forfait voor lasten van 50%), te betalen bij de belastingafrekening. Dit geldt alleen als het brutobedrag van de inkomsten uit verenigingswerk en de deeleconomie niet hoger is dan 6 540 EUR/jaar (inkomsten 2022). Bij overschrijding van het plafond of van de grenzen vastgesteld in artikel 17 wordt het geheel van de vergoedingen voor verenigingswerk gedurende het kalenderjaar als beroepsinkomen aangemerkt.

Opgelet: De fiscale bepalingen zijn in de ontwerpfase. Ze moeten nog bevestigd worden.

Arbeidsrechtelijke aspecten

Het sluiten van een schriftelijke arbeidsovereenkomst

Een arbeidsovereenkomst moet schriftelijk worden gesloten tussen de werkgever en de werknemer die prestaties verricht in het kader van artikel 17 (zie "Sociale aspecten" hierboven).

Deze arbeidsovereenkomst wordt geregeld door de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 behoudens enkele uitzonderingen (zie hieronder).

Toepassing van de arbeidswetgeving

Een werknemer die prestaties verricht in het kader van artikel 17 (§ 1, lid 1, 1° en 3° tot 7°)  valt onder het toepassingsgebied van met name de volgende wetgeving:

  • de arbeidswet van 16 maart 1971;
  • de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers;
  • de wet van 8 april 1965 betreffende het arbeidsreglement;
  • de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten (cao) en de paritaire comités behoudens enkele uitzonderingen (zie hieronder);
  • de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.

Uitzonderingen

Afwijkende opzeggingstermijnen

De na te leven opzeggingstermijn in geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst (door de werkgever of door de werknemer tewerkgesteld in toepassing van artikel 17) moet in de arbeidsovereenkomst worden opgenomen.

Indien de arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde duur is gesloten, bedraagt de opzeggingstermijn:

  • minimum 14 dagen wanneer de werknemer minder dan 6 maanden anciënniteit heeft;
  • minimum 1 maand wanneer de werknemer ten minste 6 maanden anciënniteit heeft.

Indien de arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur is gesloten, bedraagt de opzeggingstermijn:

  • minimum 14 dagen wanneer de overeenkomst wordt gesloten voor een duur van minder dan 6 maanden;
  • minimum 1 maand wanneer de overeenkomst wordt gesloten voor een duur van ten minste 6 maanden.

We wijzen er evenwel op dat deze opzeggingstermijnen kunnen worden gewijzigd op basis van een bij koninklijk besluit verplicht verbindend verklaarde cao.

Geen recht op gewaarborgd loon in geval van arbeidsongeschiktheid naar gemeen recht

In geval van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een andere ziekte dan een beroepsziekte of een ander ongeval dan een arbeidsongeval (ongeval op weg van of naar het werk), heeft de werknemer (arbeider of bediende) die wordt tewerkgesteld in toepassing van artikel 17 geen recht op het gewaarborgd loon ten laste van de werkgever.

We wijzen er evenwel op dat het recht op dit gewaarborgd loon kan worden vastgelegd op basis van een bij koninklijk besluit verplicht verbindend verklaarde cao.

Geen recht op bepaalde loontoeslagen

Een werknemer die prestaties verricht in het kader van artikel 17 is uitgesloten van het toepassingsgebied van de cao's die loontoeslagen vastleggen voor avondwerk, nachtwerk en zondagswerk.

Geen recht op opleiding

De werknemer die prestaties verricht in het kader van artikel 17 is uitgesloten van het toepassingsgebied:

  • van de cao's die het recht op opleiding regelen;
  • van de bepalingen betreffende de opleiding die vervat zijn in de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk.

Alle aspecten van het recht op opleiding, met inbegrip van de premies, vergoedingen of andere financiële voordelen zijn niet van toepassing op deze werknemer.

Niet-toepassing van de reglementering op de sociale documenten

De werknemer die prestaties verricht in het kader van artikel 17, is uitgesloten van het toepassingsgebied van koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten (bv. geen individuele rekening).

Cumulatie van prestaties

Prestaties mogen worden verricht in het kader van artikel 17:

  • door een uitkeringsgerechtigd volledig werkloze;
  • door een sociaal verzekerde tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid

maar dit onder bepaalde voorwaarden die variëren naar gelang van het soort situatie.

 

Bronnen:

  • Koninklijk besluit tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende artikel 17 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, B.S. 30.12.2021;
  • Wet van 17 maart 2022 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende artikel 17 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, B.S. 31.03.2022.
  • RSZ.

De website van Partena Professional is een kanaal om informatie in een begrijpelijke vorm ter beschikking te stellen aan aangesloten leden en niet-leden. Partena Professional streeft er naar actuele informatie aan te bieden en deze informatie wordt met de grootste zorg samengesteld (onder andere in de vorm van Infoflashes). Maar aangezien de sociale en fiscale wetgeving voortdurend in beweging is, kan Partena Professional geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden inzake de juistheid, het up-to-date zijn of de volledigheid van de informatie die via deze website werd geraadpleegd of uitgewisseld. Verdere bepalingen kunnen worden nagelezen in onze algemene disclaimer die van toepassing is bij elke raadpleging van deze website. Door deze website te raadplegen, aanvaardt u uitdrukkelijk de bepalingen van deze disclaimer. Partena Professional kan de inhoud van deze disclaimer eenzijdig wijzigen.