Tijdskrediet: wat verandert er in 2017?

Auteur: Catherine Legardien
Leestijd: 5min
Publicatiedatum: 02/01/2017 - 13:00
Laatste update: 10/05/2019 - 09:22

Op 20 december 2016 werd een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst (cao) gesloten op het vlak van tijdskrediet. Het gaat om de cao nr. 103ter die de cao nr. 103 aanpast om met name te voldoen aan de maatregelen inzake tijdskrediet uit het voorontwerp van wet betreffende Werkbaar en Wendbaar Werk.

De nieuwigheden waarin de cao nr. 103ter voorziet, treden ten laatste op 1 april 2017 in werking. Een overzicht van de belangrijkste veranderingen.

Verlenging van de duur van het tijdskrediet ‘met motief’

Op dit moment

De cao nr. 103 voorziet erin dat de werknemer tijdskrediet ‘met motief’ kan genieten voor een duur van maximum 36 maanden indien dit tijdskrediet gerechtvaardigd wordt door een van de volgende motieven:

  • de zorg op zich nemen van een kind jonger dan 8 jaar,
  • het verlenen van palliatieve verzorging,
  • het verlenen van bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid,
  • het volgen van een opleiding.

De cao nr. 103 voorziet trouwens erin dat de werknemer tijdskrediet ‘met motief’ kan genieten voor een duur van maximum 48 maanden indien dit tijdskrediet gerechtvaardigd wordt door een van de volgende motieven:

  • het verlenen van zorg aan een gehandicapt kind jonger dan 21 jaar,
  • het verlenen van bijstand of verzorging aan zijn minderjarig zwaar ziek kind of aan een minderjarig zwaar ziek kind dat gezinslid is.

Voor tijdskrediet ‘met motief’ voorziet het Koninklijk Besluit van 12 december 2001 erin dat de werknemer onderbrekingsuitkeringen kan genieten (ten laste van de RVA) voor een duur van maximum 48 maanden, met uitzondering van tijdskrediet om een opleiding te volgen. Daarvoor bedraagt het recht op onderbrekingsuitkeringen maximum 36 maanden.

Er bestaat op dit moment op het vlak van de duur dus een verschil tussen het recht om tijdskrediet ‘met motief’ (36 maanden) te genieten en het recht op onderbrekingsuitkeringen (48 maanden) wat betreft tijdskrediet voor de volgende motieven:

  • de zorg op zich nemen van een kind jonger dan 8 jaar,
  • het verlenen van palliatieve verzorging,
  • het verlenen van bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid.

Ten laatste op 1 april 2017

De cao nr. 103ter voorziet in een uitbreiding tot maximum 51 maanden van het recht om tijdskrediet ‘met motief’ te genieten voor de ‘zorgmotieven’, d.w.z. voor:

  • de zorg op zich nemen van een kind jonger dan 8 jaar,
  • het verlenen van palliatieve verzorging,
  • het verlenen van bijstand of verzorging aan een zwaar ziek gezins- of familielid,
  • het verlenen van zorg aan een gehandicapt kind jonger dan 21 jaar,
  • het verlenen van bijstand of verzorging aan zijn minderjarig zwaar ziek kind of aan een minderjarig zwaar ziek kind dat gezinslid is.

De maximumduur van 36 maanden wordt dus uitsluitend behouden voor tijdskrediet ‘met motief’ voor het volgen van een opleiding.

Opgelet! Om op het vlak van de duur geen nieuw verschil te creëren tussen het recht om tijdskrediet ‘met motief’ te genieten voor ‘zorgmotieven’ (51 maanden) en het recht op onderbrekingsuitkeringen (48 maanden), zal het Koninklijk Besluit van 12 december 2001 (dat het recht op onderbrekingsuitkeringen regelt) moeten worden aangepast (zie hieronder ‘Datum van inwerkingtreding’).

Opheffing van het recht op tijdskrediet 'zonder motief'

Op dit moment

De cao nr. 103 voorziet erin dat de werknemer tijdskrediet ‘zonder motief’ kan genieten voor een duur van maximum 12 maanden (voltijds equivalent).

Sinds 1 januari 2015 is het recht op onderbrekingsuitkeringen ten laste van de RVA echter afgeschaft voor tijdskrediet ‘zonder motief’.

De werknemer heeft dus op dit moment het recht om tijdskrediet ‘zonder motief’ te nemen, maar zonder onderbrekingsuitkeringen te genieten.

Ten laatste vanaf 1 april 2017

De cao nr. 103ter schrapt het recht om tijdskrediet ‘zonder motief’ te genieten.

Andere veranderingen in een notendop

De cao nr. 103ter voorziet bovendien in volgende aanpassingen:

  • nieuwe aanrekeningregels om het overblijvend aantal maanden tijdskrediet te bepalen waarop de werknemer aanspraak kan maken wanneer hij al periodes van tijdskrediet (of loopbaanonderbreking) heeft genoten in het verleden;
  • nieuwe berekeningsregels om te bepalen of voldaan is aan de voorwaarde van 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende om tijdskrediet ‘eindeloopbaan’ te kunnen genieten;
  • Het recht voor de werknemer die twee deeltijdse functies combineert bij twee verschillende werkgevers om tijdskrediet te genieten onder de vorm van een 1/5de vermindering van de prestaties.

Opgelet! Bepaalde punten van het Koninklijk Besluit van 12 december 2001 (dat het recht op onderbrekingsuitkeringen regelt) zullen ook moeten worden aangepast. Op die manier worden de regels voor de toekenning van de onderbrekingsuitkeringen in overeenstemming gebracht met die inzake het recht op tijdskrediet (zie hieronder ‘Datum van inwerkingtreding’).

Datum van inwerkingtreding

De nieuwigheden waarin de cao nr. 103ter voorziet, zullen van toepassing zijn op alle aanvragen (of verlengingsaanvragen) voor tijdskrediet die worden ingediend vanaf de datum van inwerkingtreding van de cao nr. 103ter.

De cao nr. 103ter treedt in werking op de datum waarop het Koninklijk Besluit (tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 12 december 2001) in werking treedt dat de regels inzake het recht op onderbrekingsuitkeringen in overeenstemming brengt met die inzake het recht op tijdskrediet (zoals voorzien door de cao nr. 103 gewijzigd door de cao nr. 103ter) en ten laatste op 1 april 2017.

Er zijn overgangsmaatregelen voorzien voor werknemers die al tijdskrediet genieten op de datum van inwerkingtreding van de cao nr. 103ter.

Bronnen: Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103ter tot aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, http://www.cnt-nar.be; Koninklijk Besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, B.S. 18 december 2001.

Auteur: Catherine Legardien

02/01/2017

De website van Partena Professional is een kanaal om informatie in een begrijpelijke vorm ter beschikking te stellen aan aangesloten leden en niet-leden. Partena Professional streeft er naar actuele informatie aan te bieden en deze informatie wordt met de grootste zorg samengesteld (onder andere in de vorm van Infoflashes). Maar aangezien de sociale en fiscale wetgeving voortdurend in beweging is, kan Partena Professional geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden inzake de juistheid, het up-to-date zijn of de volledigheid van de informatie die via deze website werd geraadpleegd of uitgewisseld. Verdere bepalingen kunnen worden nagelezen in onze algemene disclaimer die van toepassing is bij elke raadpleging van deze website. Door deze website te raadplegen, aanvaardt u uitdrukkelijk de bepalingen van deze disclaimer. Partena Professional kan de inhoud van deze disclaimer eenzijdig wijzigen.