Er is een staking van het NMBS-personeel aangekondigd voor woensdag 5 oktober a.s.
Het verkeer op het volledige Belgische spoorwegnet zal dus verstoord zijn. Op de autowegen mag men zich verwachten aan ernstige opstoppingen. Sommige werknemers zullen dus met vertraging of helemaal niet op het werk aankomen.
Welk standpunt moeten we innemen ten opzichte van deze werknemers?
Principe
Krachtens artikel 27, § 1, 1° van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 kan de werknemer aanspraak maken op zijn volledig dagloon indien hij op het ogenblik dat hij zich naar het werk begeeft, geschikt is om te werken en indien hij, zich normaal naar het werk begevend, met vertraging of niet op de plaats van het werk aankomt, op voorwaarde dat die vertraging of die afwezigheid te wijten is aan een oorzaak die overkomen is op de weg naar het werk en die onafhankelijk is van zijn wil.
Toepassing
De werknemers die te laat of niet op de plaats van het werk aankomen wegens de staking van het NMBS-personeel kunnen, in principe, geen aanspraak maken op het loon voor de niet-gewerkte uren.
De staking werd immers enkele dagen geleden al aangekondigd. De media hebben die informatie op grote schaal verspreid. De reden van de vertraging of afwezigheid op het werk (staking van het NMBS-personeel) is dus niet onverwacht en ligt vóór het vertrek van de werknemer. Die had bijgevolg de vereiste maatregelen kunnen treffen om op tijd op het werk aan te komen.
=> Toch dient men met 'gezond verstand' en begrip te handelen. Zelfs indien de werknemer alle nodige maatregelen neemt (bv. vroeger vertrekken), is hij er nog niet altijd zeker van dat hij op tijd op het werk zal aankomen. Het kan ook dat de werknemer zich helemaal niet naar het werk kan begeven omdat hij onmogelijk een ander openbaarvervoermiddel kan nemen, zijn eigen wagen kan gebruiken, kan worden meegenomen door een collega of te voet kan komen.
Opmerking - Een werknemer die geen enkel loonverlies wil lijden kan, in samenspraak met zijn werkgever, een dag vakantie of inhaalrust nemen.
Bron: artikel 27, § 1, 1° van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978.