Op 1 januari 2023 worden de jaarlijkse loongrenzen aangepast die uitmaken welke bepalingen van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3.7.1978 toepasselijk zijn. Die wijziging is het gevolg van de jaarlijkse indexering.
Wettelijke bepalingen op de arbeidsovereenkomsten |
Jaarlijkse loongrenzen (1) van kracht in 2022 |
Jaarlijkse loongrenzen (1) van kracht in 2023 |
Concurrentiebeding - beding verboden, indien loon gelijk aan: - beding toegelaten voor de functies vastgelegd in de cao, indien het loon ligt tussen: - beding toegelaten behalve voor de functies verboden bij cao, indien loon gelijk aan: |
€ 36.785 en – tussen + € 36.785 en € 73.571
+ € 73.571 |
€ 39.353 en – tussen + € 39.353 en € 78.706
+ € 78.706 |
Arbitragebeding - beding verboden, indien loon gelijk aan: - beding toegelaten, indien loon gelijk aan: |
€ 73.571 en – + € 73.571 |
€ 78.706 en – + € 78.706 |
Scholingsbeding - beding verboden (2), indien loon gelijk aan: - beding toegelaten, indien loon gelijk aan: |
€ 36.785 en – + € 36.785 |
€ 39.353 en – + € 39.353 |
(1) Onder jaarlijks loon wordt verstaan het maandelijks brutoloon, herberekend over een jaar (= maandelijks brutoloon x 12). Hieraan wordt toegevoegd: het dubbel vakantiegeld, de eindejaarspremie en alle voordelen die krachtens de overeenkomst zijn verkregen. Als het loon veranderlijk is, moet er rekening worden gehouden met de bedragen die betaald werden tijdens de 12 laatste maanden voor het moment waarvoor men de loongrens wil vaststellen. |
Bron: Aanpassing op 1 januari 2023 van de loonbedragen bepaald bij de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten aan het algemene indexcijfer van de conventionele lonen voor bedienden (artikel 131), B.S. 2 december 2022.