Na een periode van volledige arbeidsongeschiktheid kan een werknemer tijdelijk toestemming krijgen van de controlerende geneesheer van het ziekenfonds om aangepast werk te hervatten wegens verminderde arbeidsgeschiktheid. In geval van een gedeeltelijke werkhervatting wordt aangenomen dat de arbeidsovereenkomst van de werknemer niet wordt gewijzigd, maar dat bepaalde modaliteiten van de uitvoering van de overeenkomst worden aangepast.
Wanneer de werknemer het werk deeltijds hervat, moest dan de wetgeving op deeltijdse arbeid worden nageleefd? Moest de minimale wekelijkse duur van 1/3e van een voltijdse werknemer worden nageleefd?
De wetgeving op de deeltijdse werkhervatting voorzag tot op heden niet in een expliciete uitzondering. De werknemer die het werk hervatte, moest dus in principe tewerkgesteld worden volgens een arbeidsrooster overeenkomstig de desbetreffende wetgeving. Hij of zij moest dan ook ten minste 1/3e van de wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse werknemer in de onderneming worden tewerkgesteld.
Vanaf 16 oktober wordt voorzien in een afwijking van de minimale wekelijkse duur (1/3e van de wekelijkse duur van een voltijdse werknemer) voor werknemers die arbeidsprestaties verrichten in het kader van een gedeeltelijke werkhervatting. Deze werknemers zullen voortaan kunnen tewerkgesteld worden volgens een arbeidsregeling van minder dan 1/3e van een voltijdse werknemer.
Bron: koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1992 betreffende de afwijkingen van de minimale wekelijkse arbeidsduur van de deeltijds tewerkgestelde werknemers vastgesteld bij artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, B.S. 06.10.2022.