Na een periode van volledige arbeidsongeschiktheid kan een werknemer tijdelijk toestemming krijgen van de controlerende geneesheer van het ziekenfonds om aangepast werk te hervatten wegens verminderde arbeidsgeschiktheid. In geval van een gedeeltelijke werkhervatting wordt aangenomen dat de arbeidsovereenkomst van de werknemer niet wordt gewijzigd, maar dat bepaalde modaliteiten van de uitvoering van de overeenkomst worden aangepast.
Wanneer de werknemer het werk deeltijds hervatte, moest de wetgeving op deeltijdse arbeid dan worden nageleefd? Moest de minimale wekelijkse duur van 1/3e van een voltijdse werknemer worden nageleefd? Moest de minimumduur per prestatie worden nageleefd?
De wetgeving op de deeltijdse werkhervatting voorzag tot op heden niet in een expliciete uitzondering. De werknemer die het werk hervatte, moest dus in principe tewerkgesteld worden volgens een arbeidsrooster overeenkomstig de desbetreffende wetgeving. Hij of zij moest dus ten minste een derde van de wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse werknemer in de onderneming en ten minste drie uur per prestatie worden tewerkgesteld.
Zoals we reeds in een vorige infoflash hebben toegelicht, kunnen werknemers die gedeeltelijk het werk hervatten voortaan tewerkgesteld worden volgens een arbeidsregeling van minder dan 1/3e van een voltijdse werknemer.
Vanaf 28 oktober wordt eveneens voorzien in een afwijking van de minimale duur per arbeidsperiode (3u) voor werknemers die arbeidsprestaties verrichten in het kader van een gedeeltelijke werkhervatting. Deze werknemers kunnen voortaan worden tewerkgesteld voor een prestatie van minder dan drie uur.
Bron: koninklijk besluit van 18 september 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juni 1990 tot vaststelling van de afwijkingen van de minimale duur van arbeidsprestaties, B.S. 18.10.2022.