Eenmaking statuut arbeiders - bedienden: de kwestie van de opzeggingstermijnen

Auteur: Catherine Legardien
Leestijd: 5min
Publicatiedatum: 05/04/2013 - 14:00
Laatste update: 10/05/2019 - 09:22

Uit vrees dat de regering bij de eenmaking van het statuut arbeiders-bedienden een beslissing zou nemen die de werknemers in hun rechten zou schaden, hebben bepaalde vakbondsorganisaties besloten om op donderdag 25 april a.s. actie te voeren om hun standpunten kenbaar te maken.

Zoals vermeld in onze Infoflash van 27 maart 2013 heeft de regering het heft in handen genomen in het gevoelige dossier van de eenmaking van het statuut arbeiders-bedienden. De onderhandelingen hieromtrent tussen de vakbonds- en werkgeversorganisaties liepen immers af op 21 maart jl., zonder dat er een oplossing uit de bus kwam. Tegen 8 juli 2013 zou het verschil in behandeling tussen arbeiders en bedienden voor de opzeggingstermijnen en carenzdag weggewerkt moeten zijn.

De kern van het probleem ligt voornamelijk bij de opzeggingstermijnen. Het verschil tussen de twee statuten is groot hier en het is moeilijk om de sociale partners op dezelfde lijn te krijgen.

Sinds 1 januari 2012 bestaan er voor elk statuut (arbeiders of bedienden) twee ontslagregelingen naast elkaar. Bij een eerste toenadering tussen het statuut arbeiders-bedienden werden immers nieuwe opzeggingstermijnen ingevoerd in geval van ontslag van een werknemer van wie de uitvoering van de overeenkomst van start gaat vanaf 1 januari 2012.

We zetten nog eens kort de hoofdlijnen van die twee regelingen op een rijtje. We beginnen met de arbeiders.

=>Voor meer info over de nieuwe opzeggingstermijnen, zie onze Infoflashes van 7 december 2011 en 9 december 2011.

Voor arbeiders 

Na de proefperiode hangt de opzeggingstermijn van de arbeider af van zijn anciënniteit.

Begin van de uitvoering van de overeenkomst vóór 1 januari 2012 

Een arbeider die ontslagen wordt, heeft recht op een opzeggingstermijn die kan lopen van 28 tot 112 kalenderdagen, onder voorbehoud van afwijkingen op het niveau van de activiteitensector.

Neemt de arbeider zelf ontslag, dan moet hij een opzeggingstermijn van 14 kalenderdagen betekenen als hij minder dan 20 jaar anciënniteit heeft. Heeft hij minstens 20 jaar anciënniteit, dan bedraagt de opzeggingstermijn 28 kalenderdagen, onder voorbehoud van wijzigingen op het niveau van de activiteitensector.

Begin van de uitvoering van de overeenkomst vanaf 1 januari 2012 

Globaal gezien is de duur van de opzeggingstermijnen bij ontslag door de werkgever met 15% gestegen. De opzeggingstermijn kan lopen van 28 tot 129 kalenderdagen, onder voorbehoud van afwijkingen op het niveau van de activiteitensector.

Er verandert niets aan de opzeggingstermijnen in geval de arbeider ontslag indient.

Voor bedienden 

Na de proefperiode hangt de opzeggingstermijn van de bediende af van zijn anciënniteit en brutojaarloon.

Begin van de uitvoering van de overeenkomst vóór 1 januari 2012 

Is het brutojaarloon kleiner dan of gelijk aan € 32.254 ('lagere' bediende), dan is de opzeggingstermijn vastgesteld en niet betwistbaar. In geval van ontslag is de opzegging gelijk aan 3 maanden per schijf van 5 jaar anciënniteit. Voor een bediende die zelf ontslag neemt, bedraagt de opzeggingstermijn 1,5 maand als hij minder dan 5 jaar anciënniteit heeft en 3 maanden bij meer dan 5 jaar anciënniteit.

Overschrijdt het loon van de bediende € 32.254 ('hogere' bediende), dan is de opzeggingstermijn niet meer vastgesteld. Hij moet worden vastgesteld bij overeenkomst tussen werkgever en bediende. Deze opzeggingstermijn mag echter niet minder bedragen dan 3 maanden per schijf van 5 jaar anciënniteit in geval van ontslag door de werkgever en mag niet meer bedragen dan 4,5 maand (of 6 maanden) bij ontslag genomen door de bediende. Komen de partijen niet tot een akkoord, dan stelt de rechter de duur van de opzegging vast.

Begin van de uitvoering van de overeenkomst vanaf 1 januari 2012 

Voor de 'lagere' bedienden blijft de toestand onveranderd.

Voor de 'hogere' bedienden wordt de opzeggingstermijn bij wet bepaald. De opzeggingstermijn wordt dus niet meer bij overeenkomst tussen de partijen bepaald of, zo niet, door de rechter.

Hij wordt in kalenderdagen (en niet meer in maanden) uitgedrukt. In geval van ontslag wordt de opzeggingstermijn met 3% verminderd wanneer hij betekend werd vanaf 1 januari 2012 en met 6% wanneer hij betekend zal worden vanaf 1 januari 2014. Voor een bediende die ontslag neemt, bedraagt de opzeggingstermijn 45 kalenderdagen als hij minder dan 5 jaar anciënniteit heeft, 90 kalenderdagen bij 5 tot minder dan 10 jaar anciënniteit en 135 kalenderdagen bij minstens 10 jaar anciënniteit.

De vakbondsorganisaties houden er elk hun eigen voorstellen op na. De neuzen wijzen echter in dezelfde richting: de bedienden moeten minstens soortgelijke rechten kunnen behouden als de rechten waarop ze momenteel aanspraak kunnen maken. De rechten van de arbeiders moeten daarentegen opgetrokken worden tot het niveau van de bedienden. Het loon als criterium om de opzeggingstermijn voor bedienden te bepalen, zou trouwens moeten verdwijnen.

Aan werkgeverszijde worden de vakbondsvoorstellen als financieel onrealistisch bestempeld. Hier zou voorrang worden gegeven aan de piste van financiële steun bij wedertewerkstelling van ontslagen werknemers (' veralgemeend outplacement'), die integraal deel uitmaakt van de opzeggingsvergoeding.

Rijst ook de vraag van de overgangsperiode voor de toekomstige regels inzake opzeggingstermijnen. Zullen die regels van toepassing zijn op alle werknemers of alleen op de werknemers waarvan de uitvoering van de overeenkomst van start gaat na de inwerkingtreding van de nieuwe regels?

Er staat de regering ongetwijfeld nog een zware taak te wachten.

Vanaf 8 juli 2013 is het verschil in behandeling tussen arbeiders en bedienden voor de opzeggingstermijnen (en carenzdag) ongrondwettelijk. Als de wetgever de regelgeving dan niet heeft aangepast (dus het verschil in behandeling tussen arbeiders en bedienden niet heeft weggewerkt), zou een arbeider bijvoorbeeld kunnen eisen dat de gunstigere regels voor bedienden worden toegepast voor de opzeggingstermijnen (en de carenzdag).

Uiteraard houdt Partena HR u op de hoogte van de vooruitgang in dit dossier.

Auteur: Catherine Legardien

05/04/2013

De website van Partena Professional is een kanaal om informatie in een begrijpelijke vorm ter beschikking te stellen aan aangesloten leden en niet-leden. Partena Professional streeft er naar actuele informatie aan te bieden en deze informatie wordt met de grootste zorg samengesteld (onder andere in de vorm van Infoflashes). Maar aangezien de sociale en fiscale wetgeving voortdurend in beweging is, kan Partena Professional geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden inzake de juistheid, het up-to-date zijn of de volledigheid van de informatie die via deze website werd geraadpleegd of uitgewisseld. Verdere bepalingen kunnen worden nagelezen in onze algemene disclaimer die van toepassing is bij elke raadpleging van deze website. Door deze website te raadplegen, aanvaardt u uitdrukkelijk de bepalingen van deze disclaimer. Partena Professional kan de inhoud van deze disclaimer eenzijdig wijzigen.