De tijdelijke en definitieve aanpassingen van het klassieke overbruggingsrecht

Auteur: Valérie Mawet (Legal Expert)
Leestijd: 10min
Publicatiedatum: 09/02/2021 - 15:24
Laatste update: 29/06/2021 - 14:43

UPDATE 29/06/2021 - 14:45

Wat is het overbruggingsrecht ?

Het overbruggingsrecht is een maandelijkse financiële uitkering gedurende maximum 12 maanden waarvan het bedrag overeenstemt met het maandelijkse bedrag van het minimumpensioen van een zelfstandige, met behoud van bepaalde sociale rechten gedurende maximum 4 kwartalen (terugbetaling gezondheidszorgen, arbeidsongeschiktheids-, invaliditeits- en moederschapsuitkeringen).

Het overbruggingsrecht kan in volgende gevallen aangevraagd worden :

  • Faillissement;
  • Het bekomen van een collectieve schuldenregeling binnen de 3 maanden die aan de stopzetting voorafgaan;
  • Gedwongen onderbreking;
  • Stopzetting door economische moeilijkheden.

Er zijn bovendien specifieke voorwaarden vereist om te kunnen genieten van dit overbruggingsrecht, zoals:

  • Effectief sociale bijdragen hebben betaald (als zelfstandige in hoofdberoep of meewerkende partner) gedurende minstens 4 kwartalen tijdens de laatste 4 jaar.
  • Verbod om te cumuleren met een beroepsactiviteit.
  • Geen rechten doen gelden op een vervangingsinkomen (zoals arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, werkloosheidsuitkeringen, enz…).

Bepaalde voorwaarden worden echter tijdelijk versoepeld wegens “feiten” (= faillissementen, gedwongen onderbreking, stopzetting) die zich voordoen in de periode van 1 april 2020 tot en met 30 september 2021.

Anderzijds treden enkele definitieve wijzigingen in werking, met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2020.

Wat zijn de tijdelijke aanpassingen tussen 1 april 2020 tot en met 30 september 2021 ?

Uitbreiding van het klassieke overbruggingsrecht voor starters

In principe komen zelfstandigen, helpers en meewerkende partners pas in aanmerking indien zij al minstens 4 kwartalen onderworpen zijn aan het sociaal statuut.

De tijdelijke versoepeling geeft aan starters, die al minstens 2 kwartalen onderworpen zijn aan het sociaal statuut, de kans om ook in aanmerking te komen. Het gaat hier om de 2 kwartalen die onmiddellijk voorafgaan aan de eerste dag van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin het “feit” zich voordoet.

Voorbeelden :

  • Een zelfstandige werd op 15 oktober 2020 failliet verklaard. Om van het klassieke overbruggingsrecht te kunnen genieten (1e pijler faillissement) moet hij minstens vanaf het 3e kwartaal 2020 onderworpen zijn. Bijgevolg, indien hij minstens vanaf 1 juli 2020 onderworpen was aan het sociaal statuut, komt hij in aanmerking voor het overbruggingsrecht, in tegenstelling tot de voorgaande voorwaarden van onderwerping.
  • Een zelfstandige moet zijn activiteit volledig onderbreken door een quarantaine van 15 september tot en met 21 september 2020. Om van het klassieke overbruggingsrecht te kunnen genieten (3e pijler – gedwongen onderbreking), moet hij minstens vanaf het tweede kwartaal 2020 onderworpen zijn. Bijgevolg, indien hij minstens vanaf 1 april 2020 onderworpen was aan het sociaal statuut, komt hij in aanmerking voor het overbruggingsrecht, in tegenstelling tot de voorgaande voorwaarden van onderwerping.

Opgelet ! Binnen het kader van de 4e pijler van het overbruggingsrecht (= stopzetting door economische moeilijkheden) is het altijd vereist dat de zelfstandige minstens 8 kwartalen kan aantonen waarin hij pensioenrechten heeft opgebouwd alvorens aanspraak te kunnen maken op 3 maanden uitkering/1 kwartaal behoud van rechten. Daarom is deze versoepeling NIET van toepassing voor beginnende zelfstandigen/starters, binnen het kader van de 4e pijler (behalve indien de betrokkene al genoeg kwartalen kan aantonen waarin hij pensioenrechten heeft opgebouwd, op basis van een vroegere zelfstandige activiteit).

Wat betreft de effectieve betaling van de sociale bijdragen, wordt normaal gezien vereist dat de zelfstandige effectief zijn wettelijk verschuldigde voorlopige sociale bijdragen moet betaald hebben gedurende minstens 4 kwartalen, over een periode van 16 kwartalen, die voorafgaan aan de eerste dag van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin het feit zich voordoet.

Met de tijdelijke versoepeling wordt deze verplichting van effectieve betaling van sociale bijdragen voor zelfstandigen in begin van activiteit verminderd van 4 naar 2 kwartalen.

De voorwaarde van 4 kwartalen van effectieve betaling wijzigt echter niet voor zelfstandigen die niet meer in begin van activiteit zijn, omdat zij al meer dan 12 kwartalen aangesloten zijn (= meer dan 3 jaar).

Cumulatieplafond met een vervangingsinkomen

In principe is de opening van een potentieel recht op een vervangingsinkomen een belemmering voor de toekenning van het overbruggingsrecht, ongeacht het bedrag van dit vervangingsinkomen.

De tijdelijke versoepeling laat toe om de financiële uitkering binnen het kader van het overbruggingsrecht, te cumuleren met een ander vervangingsinkomen, mits het respecteren van een cumulatieplafond dat overeenstemt met het bedrag van de financiële uitkering dat van toepassing is binnen het kader van het overbruggingsrecht. Indien dit plafond wordt overschreden, wordt de financiële uitkering binnen het kader van het overbruggingsrecht verminderd tot het bedrag van deze overschrijding.

Voorbeelden :

  • Een zelfstandige in hoofdberoep met gezinslast wil genieten van het overbruggingsrecht naar aanleiding van een faillissement (1e pijler), verklaard op 15 oktober 2020. Tijdens de maand november 2020 geniet hij van een arbeidsongeschiktheidsuitkering van 1.614,08 euro en vermeldt dit als dusdanig in zijn aanvraagformulier. In dit geval komt hij voor de maand november 2020 niet in aanmerking voor de financiële uitkering van het overbruggingsrecht, aangezien het plafond al werd bereikt.
  • Een zelfstandige in hoofdberoep met gezinslast wenst te genieten van het overbruggingsrecht naar aanleiding van een brand (3e pijler) op 15 oktober 2020. Hij onderbreekt zijn zelfstandige activiteit in de periode van 15 oktober tot en met 28 oktober 2020. In oktober 2020 geniet hij van een arbeidsongeschiktheidsuitkering van 1.452,69 euro en vermeldt dit als dusdanig op zijn aanvraagformulier. In dit geval komt hij niet meer in aanmerking voor de financiële uitkering van het overbruggingsrecht voor een korte onderbreking in oktober 2020, aangezien het plafond al werd bereikt.

Het cumulatieplafond wordt altijd onderzocht op maandbasis.

Wijziging begrip « feit » voor de 3e pijler

Binnen het kader van de 3e pijler betekent het begrip « feit » : “het begin van onderbreking van de zelfstandige activiteit”.

In de definitie van “feit” voor de 3e pijler, voor de periode van 1 april 2020 tot en met 30 september 2021, wordt toegevoegd dat “indien de onderbreking van de zelfstandige activiteit wordt gevolgd door de stopzetting van de zelfstandige activiteit, deze stopzetting wordt beschouwd als ‘feit’”.

Voorbeeld :

Een zelfstandige baat een Horecazaak uit. Hij moet zijn zelfstandige activiteit onderbreken vanaf 14 maart 2020 naar aanleiding van de sluitingsmaatregelen, genomen door de overheid binnen het kader van de strijd tegen de verspreiding van COVID-19. Hij heeft genoten van de tijdelijke crisismaatregelen van het overbruggingsrecht. Hij beslist echter om zijn zelfstandige activiteit definitief stop te zetten op 18 september 2020. Rekening gehouden met deze nieuwe technische maatregel wordt, binnen het kader van de toekenning van de 3e pijler van het overbruggingsrecht, rekening gehouden met de datum van 18 september 2020 en niet 14 maart 2020. De theoretische toekenningsperiode loopt dus vanaf oktober 2020 en niet vanaf april 2020.

Gelijkstelling pensioenrechten

Momenteel komen de periodes van klassiek overbruggingsrecht niet in aanmerking voor de pensioenberekening.

Vanaf nu worden de periodes waarin de zelfstandige geniet van het behoud van de sociale rechten binnen het kader van het overbruggingsrecht, gelijkgesteld met een periode van activiteit, voor de berekening van het pensioen, met een maximum van 4 gelijkgestelde kwartalen. De gelijkstelling begint op de eerste dag van het kwartaal waarvoor het behoud van rechten werd toegekend (en niet op de eerste dag van het kwartaal dat volgt), en ten vroegste op 1 oktober 2020.

De maatregel is van toepassing voor:

  • pensioenen die voor het eerst en ten vroegste aanvangen op 1 januari 2021.
  • kwartalen “behoud van rechten”, vanaf het vierde kwartaal van 2020.
  • kwartalen “behoud van rechten” die worden toegekend naar aanleiding van gebeurtenissen die zich voordoen tussen 1 april 2020 en 30 september 2021.

Uitbreiding van de aanvraagtermijn

Als gevolg van de invoering met terugwerkende kracht van deze versoepelingen, wordt de termijn voor klassieke aanvragen van overbruggingsrecht naar aanleiding van “feiten” die zich voordoen tussen 1 april 2020 en 31 december 2020, met 2 kwartalen verlengd. De aanvraagperiode is nu in totaal dus 4 kwartalen, voor feiten die zich in deze periode voordoen.

Welke definitieve wijzigingen treden met terugwerkende kracht in werking op 1 maart 2020 ?

Begrip « gezinslast »

Vanaf nu wordt rekening gehouden met het begrip “gezinslast” binnen het kader van de gezondheidszorg. Wij moeten dus weten of de betrokken persoon een andere persoon ten laste heeft bij zijn verzekeringsinstelling (of in zijn “ziekfondsboekje”).

Wijziging binnen het kader van een onderbreking van korte duur (3e pijler)

Sedert 1 maart 2020, heeft een zelfstandige die zijn activiteit minstens 7 opeenvolgende kalenderdagen onderbreekt, recht op een financiële uitkering die varieert tussen 25% en 100% van het bedrag van de maandelijkse financiële uitkering, in functie van het aantal periodes van 7 dagen waarin hij verplicht was om te onderbreken.

Een periode van 7 opeenvolgende kalenderdagen die gespreid is over 2 maanden/kwartalen, wordt eveneens in aanmerking genomen.

Voordelen :

  • Gedwongen onderbreking van 15 mei tot en met 26 mei 2020. Hervatting activiteit op 27 mei 2020. Indien de zelfstandige aan alle voorwaarden voldoet, zal hij recht hebben op 25% van de maandelijkse financiële uitkering in mei 2020.
  • Gedwongen onderbreking van 15 mei tot en met 6 juni 2020. Hervatting activiteit op 7 juni 2020. Indien de zelfstandige aan alle voorwaarden voldoet, zal hij recht hebben op 75% van de maandelijkse financiële uitkering in mei 2020.
  • Gedwongen onderbreking van 15 mei tot en met 19 mei 2020. Hervatting activiteit op 20 mei 2020. De zelfstandige zal van geen enkele financiële uitkering kunnen genieten, aangezien hij minder dan 7 opeenvolgende kalenderdagen heeft onderbroken in mei 2020.

Afwezigheid luik “behoud sociale rechten” binnen het kader van een onderbreking van minder dan een kalendermaand

Vroeger gaf een heel korte periode van onderbreking, gespreid over 2 kwartalen, geen recht op een financiële uitkering, maar de sociale rechten werden wel gevrijwaard.

Dit luik “behoud sociale rechten” wordt vanaf nu uitgesloten ingeval van onderbreking van minder dan een kalendermaand.

Voorbeelden:

  • Een zelfstandige moet zijn activiteit tussen 28 september en 2 oktober 2020 onderbreken door een brand.

Hij heeft geen recht op een financiële uitkering (maar 5 dagen onderbreking). Hij zou wel kunnen genieten van een kwartaal “behoud sociale rechten” in het vierde kwartaal.

Het luik “behoud sociale rechten” wordt voortaan uitgesloten voor situaties waarin er niet minstens 1 kalendermaand van onderbreking is. In dit geval heeft hij bijgevolg ook geen recht op het luik “behoud sociale rechten”, aangezien zijn onderbreking geen volledige kalendermaand heeft geduurd (van de eerste tot de laatste dag).

  • Een zelfstandige moet zijn activiteit onderbreken door een brand die plaatsvond tussen 28 september en 8 november 2020.

Hij heeft recht op een volledige financiële uitkering voor oktober 2020 en op 25% van een financiële uitkering voor de periode in november 2020.

Anderzijds heeft hij recht op het luik “behoud sociale rechten” voor het vierde kwartaal van 2020, aangezien hij meer dan een kalendermaand heeft onderbroken, namelijk de maand oktober.

Deze wijziging is van toepassing voor alle pijlers van het klassieke overbruggingsrecht en treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 maart 2020.

 

 

De website van Partena Professional is een kanaal om informatie in een begrijpelijke vorm ter beschikking te stellen aan aangesloten leden en niet-leden. Partena Professional streeft er naar actuele informatie aan te bieden en deze informatie wordt met de grootste zorg samengesteld (onder andere in de vorm van Infoflashes). Maar aangezien de sociale en fiscale wetgeving voortdurend in beweging is, kan Partena Professional geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden inzake de juistheid, het up-to-date zijn of de volledigheid van de informatie die via deze website werd geraadpleegd of uitgewisseld. Verdere bepalingen kunnen worden nagelezen in onze algemene disclaimer die van toepassing is bij elke raadpleging van deze website. Door deze website te raadplegen, aanvaardt u uitdrukkelijk de bepalingen van deze disclaimer. Partena Professional kan de inhoud van deze disclaimer eenzijdig wijzigen.