Het kader werd vastgesteld waarbinnen sneltests voor het opsporen van COVID-19 mogelijk zijn in de onderneming.
De FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg heeft dit uitgewerkt op basis van een advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk van 23 maart 2021 betreffende het inzetten in ondernemingen van sneltests op repetitieve basis.
Ter herinnering, het Overlegcomité had afgelopen vrijdag aangekondigd dat antigeentests ingezet worden in risicogevoelige sectoren waar geen telewerk mogelijk is.
Welke tests?
Het kader dat de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg vaststelde, heeft alleen betrekking op de sneltests die repetitief, op het niveau van de ondernemingen afgenomen moeten worden door de diensten voor preventie en bescherming op het werk (preventieadviseurs-arbeidsartsen).
Zelftests zijn dus uitgesloten.
In welke gevallen?
Het kader dat de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg vaststelde, gaat over het inzetten van sneltests in drie gevallen.
-
Tests in het kader van een clusterbeheer in de onderneming
Preventieadviseurs-arbeidsartsen kunnen tests uitvoeren in het kader van een clusterbeheer in ondernemingen.
Zij bepalen de modaliteiten voor het inzetten van die tests (beoogde werknemers, tijdstip en frequentie van de tests, toepassingstermijn, enz.).
-
Tests niet op basis van gekende besmettingen
Preventieadviseurs-arbeidsartsen kunnen tests uitvoeren in ondernemingen, buiten het kader van clusterbeheer (= tests niet op basis van gekende besmettingen).
In dat geval kunnen ze alleen onder strikte voorwaarden worden uitgevoerd (beslissing van de preventieadviseur-arbeidsarts, overleg met de werkgever, voorafgaande instemming van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, enz.).
-
Opleggen van tests door de arts-sociaal inspecteur
Op verzoek van de arts-sociaal inspecteur (FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg) kunnen de preventieadviseurs-arbeidsartsen tests uitvoeren.
Wat nu?
De preventieadviseurs-arbeidsartsen kunnen testkits aanvragen via een formulier dat beschikbaar is op www.werk.belgie.be.
De volgende punten zijn ook bevestigd:
- de werknemer moet vrijwillig zijn toestemming geven om getest te kunnen worden (dat betekent met name dat het doel van de test duidelijk moet zijn en hem vooraf moet worden meegedeeld);
- het resultaat van de test mag niet aan de werkgever meegedeeld worden;
- de andere preventiemaatregelen blijven van toepassing.
Neem contact op met uw dienst voor preventie en bescherming op het werk voor elk aanvraag over het inzetten van tests.
Bron: www.werk.belgie.be.