Gezinnen minder bereid tot solidariteit op vlak van kinderbijslag

Auteur: Marc Ertveldt
Leestijd: 6min
Publicatiedatum: 24/10/2014 - 14:00
Laatste update: 28/05/2019 - 13:55

Nationale enquête kinderbijslagfonds Partena toont aan dat ouders geen vragende partij zijn voor drastische hervorming van de kinderbijslag.

Brussel 25/04/2014 –  De regionalisering van de kinderbijslag is een complexe klus, die uiterlijk eind 2019 volledig geklaard moet zijn. In het kader van de op til zijnde verandering, bevroeg Partena zo’n 1200 respondenten over hun verwachtingen én peilde het naar de toekomstvisie van de sector tijdens een colloquium. Ouders blijken minder dan in 2012 bereid tot een kinderbijslag die verandert volgens de gezinsinkomsten of de beroepssituatie van de ouders. 58% (tegenover 53% in 2012) vindt dat de kinderbijslag voor elk kind gelijk moet zijn. “Het ziet ernaar uit dat de solidariteit bij gezinnen onder druk staat”, aldus Marc Ertveldt van Partena.

Ook al is er een stijgend bewustzijn van de problematiek tegenover 2012, vandaag weet 40 % van de gezinnen niet dat de regio’s bevoegd worden voor de kinderbijslag en er dus grote wijzigingen in het verschiet zijn, zo blijkt uit de nationale enquête. Bij eenoudergezinnen, voor wie de kinderbijslag een wezenlijk deel van het gezinsbudget uitmaakt, is dat zelfs 1 op 2.

Kinderbijslag is een cruciaal onderdeel van het gezinsbudget:  de belangrijkste verwachtingen van de ouders ten opzichte van de hervorming zijn het behoud van een koppeling met de levensduurte (indexering) (92,8%) en de continuïteit van de betalingen tijdens de overgang (90,3%). 77,9% van de gezinnen vindt de huidige bedragen te laag.  “De gezinnen zien de kinderbijslag als een vaste financiële ondersteuning in hun gezinsbudget en willen dit veiligstellen,” voegt Ertveldt toe.

Gezinnen zijn ook tevreden over de dienstverlening van de kinderbijslagfondsen: 90 % wil in de toekomst verder een beroep kunnen doen op hun diensten.

Selectiviteit in de kinderbijslag? Ja, maar minder dan in 2012

Ouders erkennen bijna unaniem het belang van een toeslag voor gehandicapte kinderen. Ze vinden ook dat de kinderbijslag moet verschillen volgens de leeftijd of studieniveau van het kind: maar liefst 78,5% van de respondenten is hier voorstander van. Dat kansarme gezinssituaties (alleenstaande, wezen,…) op een ander bedrag kunnen rekenen, wordt ook ruim erkend (74%).  “Ouders aanvaarden dus een selectiviteit in de bedragen,” aldus Marc Ertveldt, “maar die bereidheid is minder groot dan in 2012.” Ouders vinden gezinsinkomsten (47%) en beroepssituatie (36 %) veel minder relevant om de kinderbijslag aan te passen dan in 2012 (toen nog respectievelijk 56% en 49%). De gedachte dat de kinderbijslag voor elk kind dezelfde moet zijn, wint op haar beurt terrein want 58 % gaat hiermee akkoord tegenover slecht 53 % in 2012. Het ziet er dus naar uit dat er een trend is bij de gezinnen om zich minder solidair op te stellen op het vlak van kinderbijslag. 

Ouders staan open voor alternatieven, maar enkel als die bovenop de bestaande kinderbijslag komen. De idee om minder kinderbijslag te genieten in ruil voor betere kinderopvang of – armoedebestrijding zint minder dan 1 op 3 gezinnen. Wat de woonplaats (Vlaanderen, Brussel, Wallonië) betreft, vindt slechts 6,2 % van de ouders dat dit een criterium is om andere bedragen toe te kennen. 

Werkgevers delen de bezorgdheden van de gezinnen

Ook 121 werkgevers namen deel aan de enquête. Zij drukken dezelfde mening uit als de gezinnen en dringen aan op continuïteit in de betalingen (94,2%), koppeling met de levensduurte (87,6%) en waarborg van de huidige bedragen (79,3%). 62 % van de werkgevers ziet ook wel opportuniteiten in de staatshervorming om de financiering via patronale bedragen te herbekijken en zo de loonlast te verlagen. 

Colloquium stelt problemen scherper en reikt nieuwe ideeën aan

Uiterlijk begin 2020 zullen de gefedereerde entiteiten zelf instaan voor de regeling en de uitbetaling van de kinderbijslag in hun gewest of gemeenschap. Een aantal beslissingen zijn al genomen om de overgang voor te bereiden. Zo wordt de kinderbijslag voor zelfstandigen, werknemers en ambtenaren vanaf 1 juli 2014 gelijkschakeld. Maar er wachten de gefedereerde entiteiten belangrijke keuzes, met een grote inzet voor de toekomst van zowat 2,7 miljoen kinderen, en dit binnen een gegeven budgettair kader.

“De uitdagingen zijn enorm”, aldus Marc Ertveldt. “Tijdens het colloquium bleek duidelijk dat er ook in de sector nog veel vragen rijzen hierover. Gaat de complexiteit met verschillende regionale systemen niet verhogen? Bijvoorbeeld als mensen verhuizen naar een regio waar een andere regeling en voorwaarden gelden. Hoe zorgen we voor continuïteit in hun kinderbijslag? Verdwijnt de socio-professionele band volledig? Moeten we de kinderbijslag niet inbedden in een ruimer familiaal beleid? De dienstverlening van de kinderbijslagfondsen uitbreiden?... Een ding is duidelijk: de huidige actoren vragen snel duidelijkheid over hun eigen toekomst en de coördinatie tussen de regio’s.”

Achtergrondinfo Partena enquête en colloquium

Partena voerde de nationale enquête over kinderbijslag in het kader van de 6e staatshervorming bij zo’n 1100 respondenten (waaronder 953 gezinnen en 121 werkgevers), die representatief zijn voor de Belgische bevolking, van 10 tot 31 maart 2014. Op donderdag 24 april, organiseerde zij een colloquium over dit thema in Brussel waar het  verschillende actoren samenbracht: kinderbijslagfondsen, overheid, sociale partners, academici, kabinetsmedewerkers. Het colloquium vormt ook de start voor het opstellen van een memorandum voor de komende regeringen. 

Voorzitters

Prof. Marc De Vos (UGent – Algemeen directeur Itinera)

Prof. Emeritus Pierre Vandervorst (ULB – Ere-administrateur-generaal RSZ).   

Sprekers

Vincentia Michiels (Kabinet Staatssecretaris Ph. Courard) Tania Dekens (Administrateur-generaal RKW - FAMIFED)

Koen Mortier (Algemeen directeur Vereniging Kinderbijslagfondsen)

Michel Delforge (Vicevoorzitter Vereniging Kinderbijslagfondsen)

Martine Becquevort (Directeur Partena Kinderbijslagfonds)

Yves Coemans (Attaché studiedienst Gezinsbond)

Olivier Willocx (Afgevaardigd bestuurder BECI) 

Stijn Gryp (adviseur studiedienst ACV) 

Over Partena Professional

Partena Professional is een dienstverlener met een sterke focus op ondernemerschap en personeelsbeleid. Wij ondersteunen en begeleiden starters, KMO’s en grote ondernemingen in hun administratieve processen en HR-politiek. Bij de oprichting van een bedrijf, het sociaal statuut van zelfstandigen, het loon- en personeelsbeheer van werknemers en hun kinderbijslag, medische controle bij absenteïsme, opleidingen, juridisch advies en HR-consultancy. Sinds 2012 vormen HDP en Partena samen Partena Professional. 1.500 medewerkers bedienen er ruim 200.000 bedrijven en zelfstandigen, en realiseren een jaaromzet van 150 miljoen euro.

pdf. versie

Auteur: Marc Ertveldt

24/10/2014

De website van Partena Professional is een kanaal om informatie in een begrijpelijke vorm ter beschikking te stellen aan aangesloten leden en niet-leden. Partena Professional streeft er naar actuele informatie aan te bieden en deze informatie wordt met de grootste zorg samengesteld (onder andere in de vorm van Infoflashes). Maar aangezien de sociale en fiscale wetgeving voortdurend in beweging is, kan Partena Professional geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden inzake de juistheid, het up-to-date zijn of de volledigheid van de informatie die via deze website werd geraadpleegd of uitgewisseld. Verdere bepalingen kunnen worden nagelezen in onze algemene disclaimer die van toepassing is bij elke raadpleging van deze website. Door deze website te raadplegen, aanvaardt u uitdrukkelijk de bepalingen van deze disclaimer. Partena Professional kan de inhoud van deze disclaimer eenzijdig wijzigen.