De loonkloof is 3 euro kleiner dan vorig jaar

Grootste verliezers: hoogopgeleide vrouwen die decennia bij dezelfde werkgever blijven



Vrouwelijke bedienden verdienen in België anno 2019 nog steeds 537 euro bruto minder dan hun mannelijke collega’s. Dat is een verschil van 14,75 procent of 237 euro netto per maand. Daarmee is de bruto loonkloof gemiddeld 3 euro kleiner geworden dan vorig jaar. Dat blijkt uit een analyse van 105 000 loonstrookjes door het sociaal secretariaat Partena Professional. Oudere, universitair geschoolde vrouwen die lang bij dezelfde werkgever blijven, worden het sterkst ondergewaardeerd – zij verdienen tot bijna 1500 euro bruto minder per maand.

Welk soort bonus past het best bij uw bedrijf?

Doe de test!

In de aanloop naar de Nationale Vrouwendag op 11 november blijkt uit cijfers van Partena Professional dat loonongelijkheid tussen mannen en vrouwen in België in 2019 nog steeds een feit is. Tegenover vorig jaar zien we wel een daling van de loonkloof van gemiddeld 540 euro naar 537 euro, of een minieme daling van 3 euro. Dat is nog steeds een verschil in nettoloon van zo’n 237 euro per maand. De (minieme) daling in de loonkloof is volledig te danken aan universitair geschoolden, waar de kloof verkleint van gemiddeld 777 euro naar 754 euro bruto (een daling van 17,80 procent verschil naar 16,86 procent verschil). Bij andere opleidingsniveaus – vrouwen met een secundair diploma en met een hogeschooldiploma – neemt de ongelijkheid nog licht toe.



Loonkloof bouwt zich op doorheen de carrière: van 180 euro tot meer dan 800 euro per maand



De loonkloof wordt nog steeds groter naarmate carrières vorderen. Gemiddeld verdient een vrouwelijke bediende in de eerste jaren van haar carrière zo’n 2450 euro, tegenover 2621 euro voor een man. Die loonkloof van zo’n 180 euro aan het begin van de carrière (6,52%), loopt op tot 874 euro per maand (19,40%).

Wim Demey, Customer Intelligence Manager bij Partena Professional: "De grote sprong in ongelijkheid komt er na de leeftijd van 30 jaar. Op dat moment ontstaat een kloof van meer dan 300 euro op maandbasis die nog aangroeit met de leeftijd. Dat wijst erop dat vrouwen nog steeds een hoge prijs betalen voor het gezinsleven.“

Aan het einde van hun carrière (60+) verdienen vrouwen gemiddeld bijna 20 procent minder dan hun mannelijke collega’s.



Trouw wordt niet beloond



Vrouwen die trouw bij dezelfde werkgever blijven werken, blijken daar financieel nadeel door te ondervinden. De grootste verliezers zijn universitair geschoolde vrouwen die hun hele leven bij dezelfde werkgever bleven (meer dan 40 jaar anciënniteit). Ze verdienen maar liefst 1471 euro bruto minder per maand dan hun mannelijke collega’s, of 22,86 procent minder. De loonkloof in dit segment stijgt nog tegenover vorig jaar, alsook voor universitair geschoolde vrouwen die al langer dan 30 jaar voor dezelfde werkgever werken. Hun trouw wordt dus niet beloond.

Zeer opvallend is het grote verschil met vrouwen die een hogeschooldiploma behaalden.

Zij starten met een loonkloof van 14.21 procent, en eindigen met een loonkloof van 9.81 procent aan het einde van hun carrière – zij benen dus hun mannelijke collega’s bij in de loop van hun carrière. In tegenstelling tot universitaire vrouwen met een lange anciënniteit zien vrouwen met een hogeschooldiploma de loonkloof tegenover ook vorig jaar licht verbeteren...



Beterschap bij de jongste generatie (universitaire) vrouwen



Voor universitair geschoolde vrouwen is er wel beterschap aan de horizon. De jongste generatie universitairen (22 – 29 jaar) lijkt het snelst het verschil met hun mannelijke collega’s dicht te rijden: de loonkloof daalde voor deze groep van zo’n 537 euro per maand naar 476 euro, een daling van 14 procent naar 12 procent.

Wim Demey, Customer Intelligence Manager bij Partena Professional: “Het zijn de oudere vrouwen met een universitair diploma die het meest te lijden hebben onder de loonkloof. De jongste generatie daarentegen lijkt stappen te zetten om de kloof te dichten. Dat kan erop wijzen dat zowel werknemers als werkgevers zich meer bewust worden van de loonkloof. Het stemt hoopvol dat de loonkloof weldra voor alle opleidingsniveaus kleiner zal worden.”